Struinen door Het natte weiland en de modder

Geplaatst op
Ruigekade

Afstand: 20.7 km
Startpunt: hoek Rijndijk / Oostvaartpad te Hazerswoude Rijndijk
Landschap: Boerenland, Polder
Naar de routebeschrijving

Op de dag dat de avondklok voor de eerste keer in Nederland inging liepen wij door het land van Wijk en Wouden, het landelijke gebied tussen Leiden, Alphen a/d Rijn, Zoetermeer en Leidschendam-Voorburg. We maakten ons geen zorgen om de avondklok. Onze wandeling was 20 kilometers lang. Die konden we gemakkelijk voor 9 uur in de avond afronden.

Tijdens het eerste gedeelte van de Oostvaartroute wandelden we door een weiland langs de N11. Op de snelweg lag het stilste asfalt, want we merkten de langsrijdende auto’s amper op. Wel hoorden we herhaaldelijk zoef, zoef, zoef. Het geluid was afkomstig van de reusachtige wieken van een windturbine.

Wandelpad naast de N11

We vervolgden onze tocht langs de Papenvaart. Een boer had een pad aangelegd van rechthoekige tuintegels. Zo hoeven we niet steeds door de modder te banjeren. Dat was prettig, want het was erg drassig in de polder. In de buurt van een boerderij hoorden we het gekraai van een haan en het geblaf van een waakhond.

Het boerenpad maakte plaats voor asfalt. Er was niemand op de weg, op enkele hardlopers na. We waren in het sierteeltgebied van Hazerswoude-Dorp beland. Kleine tuinplanten stonden netjes in rijtjes in de volle grond.  

Bij de Rietveldse Molen stond een picknickbank en we namen er plaats om een warm kopje thee te drinken. Als natuurwandelaar en dezer dagen als lockdown wandelaar neem je altijd alles in je rugzak mee: een regenbroek, een paraplu, een flesje water, een verrekijker, een vogelgids, een lunchpakket, een snack en een thermosfles gevuld met thee.

De Rietveldse Molen

Rond de molen, die gebouwd was in 1648, liepen tientallen kippen en hanen energiek rond. Er waren meer hanen dan kippen. Dat vonden we raar, want dat strookte niet met ons beeld. We wisten niet beter dan dat één mannetje aan de leiding staat van een groep vrouwtjes en kuikens. Daar is geen plaats voor haantjes. In de bio industrie tref je ze ook niet, omdat mannelijke kuikens worden afgemaakt.

We dronken ons kopje thee, lieten het hanen-mysterie rusten en we keken geamuseerd toe hoe de haantjes elkaar achterna zaten. Een knobbelzwaan vloog op ooghoogte langs. Hij maakte hetzelfde zoevende geluid als een windturbine.

We kregen het koud en stapten op. Via een weiland kwamen op het erf van recreatieboerderij Jeu de Boer. Dit was een koeienboer die waarschijnlijk nevenactiviteiten nodig had om te kunnen overleven. Je kon er boerenbowlen, boerengolfen … en ook jeu de boeren. Tenminste als het land niet in lockdown was.

Jeu de Boer

Ik zag een bord met het woord koetaxi erop en ik vroeg me af wat het was. Was het een variant op ezeltje rijden? Mocht je op de rug van de koe zitten en een stukje over het erf stappen? De boer liep net de stal uit en ik besloot hem aan te spreken.

De koetaxi is een open paardenwagen, maar dan voor koeien. Hij gebruikte het om kalveren te verplaatsen. Enthousiast begon hij een verhaal over ontwormen. Ik begreep niet direct de relatie met de koetaxi en luisterde geduldig verder. Hij gaf zijn kalveren een middel tegen wormen. Bij de dosering is het gewicht van de dier van groot belang. Om het gewicht vast te stellen, zette de boer de koetaxi met het kalf erin op een weegschaal, die verderop op het erf stond. Hij wist het leeggewicht van de koetaxi en kon zo de optimale dosering bepalen. 

We bedankten hem voor de uitleg en we vervolgden onze tocht. Misschien moesten we van de zomer een keer terugkomen voor een yoga les in het gras of voor het decoptachen van een papier maché koe.

Land van Wijk en Wouden

Via het fietspad keerden we terug naar Hazerswoude-Rijndijk. Het was later op de dag en inmiddels waren veel wandelaars en fietsers hun huizen uitgekomen. Er was nog genoeg ruimte om voldoende afstand te kunnen houden. “Maar in het voorjaar”, zeiden we tegen elkaar, “moet je hier niet zijn, want dan is het overvol.” In het Groene Hart was het bij lange na niet zo druk als op de Posbank en bij Lage Vuursche. Daar had de gemeenten de toegangswegen afgesloten, omdat alle parkeerplaatsen bezet waren.

We hadden de 9 kilometer lange Oostvaartroute afgerond en gingen verder met de Hondsdijkroute. Tochten van onder de 10 kilometer vinden we namelijk te kort. Ik had van te voren uitgezocht hoe je de twee wandelingen aan elkaar knoopt, maar ik had geen rekening gehouden met het  psychologische “1 + 1 is niet altijd 2” effect. Als je een rondwandeling van bijvoorbeeld 20 kilometer maakt, dan doe je dat fluitend. Als je een rondje maakt van 10 kilometer en daarna nog eentje van 10 kilometer, dan voelt de tweede ronde anders aan. Er is opeens een drempel. Je moet je ertoe zetten om eraan te beginnen. Gelukkig duurde de twijfel kort. Ik liet niets merken aan Lisette. 

We liepen naar de Rijndijk, staken de Oude Rijn over en waren nu in Koudekerk aan den Rijn. We volgden de Hondsdijk in westelijke richting. Je kon goed zien dat het dorp oorspronkelijk een boerderijlint langs de rivier was geweest. 

Koudekerk aan den Rijn

Net voorbij boerderij Rijnhoeve liepen we het zompige weiland van de Hondsdijkse polder in. Deze boer had ook nevenactiviteiten ontwikkeld en hij had zijn oude veestal verbouwd tot vakantieappartementen. In de nieuwe grote stal stonden 160 koeien.

Het eerste stuk van het weiland was makkelijk begaanbaar, want de eigenaar had een pad van stalen platen gemaakt waarover zijn landbouwvoertuigen konden rijden. Na 500 meter hielden de rijplaten op en moesten we op eigen kracht verder door het natte weiland. “Dit is een goede training voor je billen”, zei Lisette tegen me en ik moest lachen. Ik zeg altijd precies hetzelfde tegen haar, als we over een mul zandpad lopen.

Stalen rijplaten in het weiland

Na zo’n 1750 meter bereikten we eindelijk de laatmiddeleeuwse smalle Ruigekade en aansluitend de Mattenkade. Die waren beide jammer genoeg geasfalteerd, waardoor we geregeld ruimte moesten maken voor passerende fietsers. Het waterig zonnetje dat ons in de ochtend had verwarmt verdween helemaal achter de wolken.

Ik had de wandelingen gevonden op de website van de stichting Land van Wijk en Wouden. Zij willen mensen uit de stad kennis laten maken met de natuur, de streekproducten en de geschiedenis van het platteland. De stichting moet na 14 jaar stoppen, omdat de gemeenteraden van Zoeterwoude, Leiderdorp en Leiden geen de financiële bijdrage meer willen geven. De gemeenten stellen dat ze de promotie van het platteland zelf kunnen. De stichting denkt hier uiteraard anders over. 

Ik hoop dat de ontwikkeling van nieuwe wandelingen over het platteland niet stil komt te liggen. En ik hoop dat het Groene Hart groen mag blijven. 

Modderbenen

4 reacties op “Struinen door Het natte weiland en de modder&rdquo

  1. Hahaha jij had ook even een hobbeltje om het tweede rondje te beginnen? Maar goed dat we gewoon door zijn gelopen dus :).

    1. Ja, ik had ook een hobbeltje. En ook jij hielt je hobbeltje voor je. Een volgende keer voorkom ik de situatie, door het startpunt van de wandeling anders te kiezen. Dan hebben we geen last meer van het :1 + 1 is niet altijd 2” effect.

  2. Weer heel leuk beschreven, ik kan de nattigheid bijna voelen! Zijn de foto’s van jou of van de site genomen, zo’n mooie lichtval en helderheid?

    1. Hi Linda, dank je wel voor je reactie. Alle foto’s, op die van mijn eigen benen na, zijn door mij gemaakt. Gewoon met mijn mobiel.
      In de winter staat de zon laag en is het licht niet zo hard. Dat vertaalt zich in zachte beelden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *