Grebbelinie

Geplaatst op
Grebbeliniepad

We liepen over de Grebbelinie, een verdedigingslinie uit de 18e eeuw op de grens van Utrecht en Gelderland. De aarden wal was nu een lieflijk pad, aan weerskanten omgeven door groene bomen, struiken en gras. Vogels zongen luidkeels. We konden ze niet zien, want ze hadden zich goed verstopt achter de bladeren. Zo nu en dan kwam een vogeltje te voorschijn en ging op het pad zitten, maar nooit lang. Zodra we de verrekijker hadden ingesteld, was ze alweer weggevlogen.

We herkenden soms de zang, maar onze hersens waren niet in staat om de vogelgeluiden te koppelen aan een vogelnaam. Dat was frustrerend. Heel frustrerend. We voelden ons wat beter, toen we een winterkoning konden onderscheiden. Hij liet zich niet zien, dus 100% zekerheid kregen we helaas niet.

Kasteel Renswoude

Ter hoogte van de Slapersdijk weken we van de route af om Kasteel Renswoude te gaan bekijken. Na een kort bospaadje stonden we oog in oog met een curieus kanaal. Het was kaarsrecht en 15 meter breed. Aan weerszijde was een wandelpad en een bomenrij. Achter de bomen lagen boerenakkers en weilanden. In het kanaal groeide riet.

Halverwege het 720 meter lange kanaal was een ronde vijver. Vissers zaten langs te kant te vissen op voorn die door de plaatselijke hengelvereniging was uitgezet.

Het kanaal was geïnspireerd op de Grand Canal van Versailles, maar het miste de allure van zijn 120 brede Franse broer. Wat niet bijdroeg aan de grandeur was de N224 die dwars door de kasteeltuin liep.

Het kasteel uit 1654 was prachtig en in de tuin bloeiden rododendrons. Onder de oude loofbomen zochten drie zanglijsters naar voedsel. We stonden met de rug naar het kasteel en zagen de zichtlijn over het kanaal. Die was eigenlijk best wel mooi.

Tuin van Kasteel Renswoude

We liepen terug naar de Slapersdijk. Tussen de bomen door zagen we een groene akker die werd bevolkt door tientallen zwarte kraaien. Ze riepen allemaal ‘kraah-kraah-kraah’ door elkaar. Het was een vogelgeluid dat we ook thuis konden brengen.

Bij het voormalige Fort Daatselaar vervolgden we onze tocht over de Groeperkade. De smalle dijkjes waren allemaal prachtig, maar na verloop van tijd ietwat eentonig. Een mooi graspad langs de Nederwoudse Beek zag er zo aantrekkelijk uit, dat we besloten de route los te laten. We zouden deze later wel ergens oppakken.

We bevonden ons op het terrein van landgoed Groot Abbelaar. Schapen lagen languit op het pad en stonden verschikt op, toen wij dichterbij kwamen. Twee knobbelzwanen vluchtten het water in. Verderop wisten vier witte jonge ganzen niet hoe snel ze in de beek moesten komen. De twee zwanen hadden inmiddels een dreighouding aangenomen en met opgetrokken vleugels zwommen ze naar ons toe. Zolang ze in het water bleven, waren ze geen gevaar voor ons. Kalmpjes wandelden we verder en de rust keerde terug in het gebied.

Schapen bij de Nederwoudse Beek

De Nederwoudse Beek kwam uit in de Lunterse Beek. Lisette hoopte een ijsvogel te zien, maar die hield zich gedeisd vandaag. Op een open grasveld vloog een Vlaamse gaai met een wormpje in haar bek langs ons heen en ze verdween in een boom. “Je moet tegenwoordig gaai zeggen”, doceerde ik. “Oh?”, antwoordde Lisette, “Waarom mag Vlaamse gaai niet meer? Is het om dezelfde reden waarom we afscheid hebben genomen van Zwarte Piet?”. Ik haalde glimlachend mijn schouders op, want ik wist het antwoord niet. 

Wandelpad landgoed Groot Abbelaar

We naderden de Groeperkade en waren terug op de route. Voordat we linksaf sloegen keken even naar rechts om te kijken of we iets hadden gemist. Zelfs tijdens een wandeling kun je last hebben van FOMO, de ‘Fear of Missing Out’. Gelukkig zag het pad op deze plek er net zo uit als op het eerste gedeelte. 

We hadden genoeg gevogeld en concentreerden ons op het wandelen. We waren al vele uren onderweg en we moesten nog een eindje. Er stonden hier minder bomen langs de dijk en we konden meer zien van de omgeving. Dat was helaas geen pluspunt, want in dit gebied was de bio-industrie gevestigd. We zagen lelijke megastallen en hoge silo’s.

Grebbeliniepad

De dijk kwam uit bij de spoorlijn en we moesten verder over een verharde weg. Na een kilometer zei ik verbaasd, “Goh, er zijn helemaal geen wielrenners.” Dat had ik niet moeten zeggen, want ze kwamen plotsklaps tevoorschijn, alsof ze hadden gewacht op een teken van mij.

Terug bij de auto, zocht ik in de app de harde cijfers op. We hadden 19 kilometer gelopen en waren 5 uur en 26 minuten onderweg geweest. Moe en voldaan keken we terug op een mooie en afwisselende tocht waarin we al met al verscheidene vogels hadden gezien.

Wandelpad landgoed Groot Abbelaar

Voor de goede orde noem ik de vogels op die we hebben herkend:

  • Koolmees
  • Zanglijster
  • Witte kwikstaart
  • Vink
  • Roodborst
  • Knobbelzwaan
  • Ooievaar
  • Buizerd
  • Kievit
  • Zwarte kraai.

En natuurlijk de vogels die we overal tegenkomen:

  • Merel
  • Kauw
  • Eksters
  • Meerkoet
  • Wilde eend
  • Houtduif.

3 reacties op “Grebbelinie&rdquo

    1. Ja, inderdaad. Ik kan hem er alsnog bij zetten, maar dan is jouw opmerking raar. Dus ik laat het zo.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *