De charmante kant van Brussel en de blauwe kousjes van het Hallerbos

Geplaatst op
Uitzicht bij Justitiepaleis

“Kom je naar Dworp?”, vroeg Jolanda, “Volgens een collega staan de boshyacinten rond pasen in bloei.” Ik stapte in mijn auto en reed naar België. Vorig jaar was ik ook in het Hallerbos, maar toen was het paarseblauwe-bloementapijt-seizoen helaas al voorbij.

Voordat we op zondag een kijkje gingen nemen, liepen we op zaterdag een deel van de GR12 Amsterdam – Parijs. Ons startpunt was het kasteel van Beersel. Dit is een goed bewaard gebleven waterburcht uit 1420 die bij stripliefhebbers bekend is van Suske en Wiske. Ons eindpunt was Manneken Pis, die tot leven kwam in ‘Het kregelige Ketje’, ook een stripverhaal van Suske en Wiske.

Hoewel ik vele albums van het duo in mijn boekenkast had staan, was ik nooit een grote fan. Voor mij stond de dag daarom in het teken van de wandeling van de campagne naar het centrum van een stad met 1,1 miljoen inwoners.

Het zou rond het middaguur stevig gaan regenen, dus we hadden een regenbroek in onze rugzak gedaan. Het eerste gedeelte van de tocht was onverhard. Daarna liepen we, zoals verwacht, steeds vaker over stoepen, kinderkopjes, straatstenen en asfalt. Als je een GR volgt, dan wandel je langs de mooiste plekken in de natuur. In een stad doe je vele parken aan.

Kasteel van Beersel

Op de Dieweg passeerden we de begraafplaats van Ukkel en we besloten er een kijkje te nemen. Het bleek een mystieke plek te zijn op de helling van een heuvel waar weelderige plantengroei de graven had opgeslokt. Alleen de hoofdpaden werden onderhouden. Sinds 1958 kreeg niemand een nieuw graf, op enkele uitzonderingen na, zoals Hergé, de geestelijke vader van Kuifje. Een bordje leidde ons naar zijn graf.

Sint-Gillis

We vervolgden de route via het Wolvendaalpark naar het centrum van Ukkel. Daar aangekomen voelden we een paar regendruppels. We versnelden onze pas en doken restaurant Tontons in. Ze hadden nog één tafeltje vrij. De geneugten van een wandeling in een stedelijk gebied is dat je tijdens een regenbui overdekt kunt lunchen in een leuke ambiance.

Naast ons zaten tien jonge mannen aan een grote tafel te kletsen. Achter mij bestudeerden een vader en zijn twee jonge kinderen de menukaart. Hij had een Burberry-sjaal van Kasjmier om zijn nek geknoopt en zijn kroost was nog gekleed in een hockey tenue. Op het menu  stonden drie pasta gerechten. Buiten was het droog, want de regenbui was niet losgebarsten. 

De tafeltjes stonden dicht op elkaar; de anderhalve meter samenleving was verleden tijd. Er werd veel gepraat en ik merkte dat ik niet meer gewend was aan geroezemoes. Toen we na een uitstekende maaltijd weer buiten stonden, was ik blij met de stilte om me heen. 

Kleine Zwavel Park

We wandelden door villawijken en passeerden de Hallepoort, de voormalige stadspoort in Brussel. We kwamen in winkelstraten met telefoonwinkels. De winkels werd gaandeweg mooier. Hier en daar zagen we muurschilderingen van bekende stripfiguren. De hoofdstad bleek ook een stad te zijn met kolossale gebouwen zoals het Justitiepaleis en prachtige kleine parken zoals de Kleine Zavel. 

In de verte ontwaarden we een mensenmassa en we waren verbaasd dat er zoveel mensen op een kluitje stonden. Even later wisten we wat de oorzaak was: ze wilden allemaal Manneken Pis fotografeerden.

Manneken Pis

We hadden het einddoel van onze wandeling bereikt en vluchtten zo snel mogelijk weg van de menigte. We kwamen in de Anspachlaan, een aantrekkelijke voetgangerszone met boompjes en bankjes, die in een vorig leven een belangrijke verkeersader was geweest. Via het Beursgebouw liepen we naar de Grote Markt. Ook daar was het tot onze verbazing afgeladen. We namen plaats op een terras in de zon en bestelden een pintje. 

Grote Markt Brussel

De trein bracht ons terug naar het beginpunt, waar mijn auto stond. In Halle moesten we overstappen, maar voor we er waren maakte de trein op station Gare du Midi een tussenstop. Een schare treinreizigers stapten in. Er was niet genoeg ruimte op het balkon en de mensen gingen in het gangpad staan. Ze stonden hutjemutje. Toen we station Halle naderden, wurmden wij ons door de menigte naar de uitgang. Dat was hoogst onaangenaam. Ik was blij dat we tijd genoeg hadden om uit te stappen. In een ongunstiger scenario zou de trein met ons zijn doorgereden en zaten we als haringen in een ton tussen enkele corona superspeaders.

In de trein naar Beersel hadden we gelukkig wel alle ruimte en vergaten we alras het trein-trauma. We hadden een avontuurlijke en afwisselende wandeling achter de rug. En de charmante kant van Brussel gezien. 

De wilde boshyacinten in het Hallerbos

De zondag stond in het teken van natuur en zelfgesmeerde boterhammen. We wisten niet helemaal zeker of de boshyacinten al in bloei zouden staan. Jolanda had een route uitgestippeld over mooie paden. De weggetjes moesten we vanaf de eerste meters delen met wielrenners en mountainbikers. Ze haalden ons regelmatig in. In Nederland is de fietssport populair bij middelbare mannen met een buikje. In Vlaanderen zagen we vooral oudere stellen en jonge gezinnen.

We waren in Pajottenland, het Groene Hart van Vlaanderen. Net als op de zaterdag wandelen we in een licht heuvelend gebied.

In het Hallerbos zagen we in eerste instantie witte bosanemonen, maar nog geen paarsblauwe klokvormige bloemen. We liepen een heuvel op en een paarse gloed werd zichtbaar. Hoe hoger we kwamen, hoe meer boshyacinten we zagen. Ze groeiden tussen oude berken. In het Engels heten ze trouwens bluebells en de Vlaamse koosnaam is blauwe kousjes. Het bloementapijt zag er prachtig uit.

Boshyacinten Hallerbos
Bloementapijt Hallerbos

We moesten op de paden blijven, omdat hyacinten kwetsbaar zijn. Als je op een hyacintenbol trapt, dan duurt het minstens vijf jaar voordat er op de plek weer een plantje groeit. Daarom hadden de beheerders een dik koord gespannen langs kilometers lange paden.

Het Hallerbos is de bekendste plek in Vlaanderen als het om boshyacinten gaat. Toch was het niet druk voor een zondagmiddag. De wandelaars spraken vaak Italiaans met elkaar. “Het zijn expats uit Brussel”, zei Jolanda tegen mij.

Het is dat ik geen bucketlist heb, want anders had ik de actie paarsblauwe-bloementapijt-in-Hallerbos-bekijken kunnen afstrepen. Ik ben blij dat ik ze heb gezien. Toen ik naderhand op Google keek, zag ik dat er mammoetbomen in het Hallerbos voorkomen. De reuzensequoias staan in een groepje van zes bij elkaar. Ik had ze niet opgemerkt. Het goede hiervan was dat ik een nieuw doel heb voor de volgende keer.

Hallerbos

4 reacties op “De charmante kant van Brussel en de blauwe kousjes van het Hallerbos&rdquo

  1. Leuk om lezen.
    Walter, buur van Jolanda en ook af en toe meewandelend met groepje langs GR paden.

Laat een antwoord achter aan Caaarooo Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *