De modder op het graspad was bevroren en op de Schalkwijkse Wetering lag een laag ijs. We liepen in de polder tussen de Lek en het Amsterdam-Rijnkanaal. Op de achtergrond hoorden we het verkeer over de A27 razen. Om ons heen hielden nieuwsgierige roodborstjes ons nauwlettend in de gaten. Verderop in de weilanden vertoefden groepen ganzen in het gras.
De website van de vogelbescherming had gezegd dat in de winter driekwart miljoen Kolganzen in ons land bivakkeren en dat ze vrijwel in het gehele land en vooral in het rivierengebied te vinden zijn. Daarom had ik me als doel gesteld om vandaag deze vogel te spotten, voor de eerste keer in mijn leven. Bij iedere clubje ganzen pakten we onze verrekijker erbij en gingen we op zoek naar exemplaren met een wit voorhoofd en donkere buikstrepen. We zagen nijlganzen, grauwe ganzen en grote Canadese ganzen, maar geen enkele kolgans.
De teleurstelling vergat ik gelukkig snel, want het was prachtige wandelweer. Er was geen wind en de zon liet zich regelmatig zien. Het was fijn om buiten te zijn.
Het Verdronken Bos
We bereiken Het Verdronken Bos en zagen stompjes boven het water uitsteken van wat ooit bomen waren geweest. De gemeente had hier een waterberging ingericht en de bomen hadden de hoge waterstand niet overleefd. Ik kan in het algemeen heel slecht tegen aftakeling, maar nu vond ik het resultaat ervan prachtig. We waren in een surrealistisch decor.
Er lag een vlonderpad door het verzopen bos. De nachtvorst had het spekglad gemaakt. Omdat we niet onderuit wilden gaan, richtten we al onze aandacht naar het neerzetten van onze voeten. Ongeschonden en helemaal mindful bereikten we het einde van de loopbrug.
Inundatiekanaal
We vervolgden onze tocht langs het 3012 meter lange inundatiekanaal dat onderdeel is van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De zon had het vaak belopen graspad zompig en glibberig gemaakt. We liepen langs verschillende boomgaarden en namen ons voor om in het voorjaar terug te keren als de bloesem bloeit.
In het kanaal zaten vele eenden. De welbekende wilde eenden, maar ook kuifeenden en krakeenden. “Waarom heet een krakeend zo?”, vroeg Lisette. Ik wist het niet. Eenmaal thuis ging ik op onderzoek uit. Etymologiebank.nl zegt dat de naam waarschijnlijk het geluid van vogels nabootst. “De woerd laat een wat nasaal klinkend ‘rrab’ horen.” Ik nam me voor om bij onze volgende tocht wat beter op de geluiden van eenden te gaan letten.
Drukte tijdens de lockdown
Het was druk op deze zaterdagmiddag. Opvallend veel mensen waren erop uitgetrokken. ’s avonds zou het nieuws gaan over de drukte in Limburg en op het strand. In het Limburgse heuvelland lag de eerste sneeuw van deze winter en de toestromende dagjesmensen hadden het verkeer doen vastgelopen. Op de wegen naar het strand van Zandvoort, Bloemendaal en Hoek van Holland stonden files.
Het was heerlijk weer, dus het was niet vreemd dat men er massaal op uit was getrokken. De zon lokt eenieder naar buiten en het enige wat je in lockdown kunt doen is wandelen. De winkelstraten, sportparken en horeca zijn immers gesloten. Als iedereen netjes anderhalve meter afstand van elkaar houdt, dan is er niets aan de hand.
Nederland is een dichtbevolkt land. Als veel mensen naar de schaarse natuurgebieden gaan, dan is het er al gauw druk. De oplossing is simpel: er moet meer natuur in ons land komen. Daarnaast kun je de buitengebieden toegankelijker maken, bijvoorbeeld door boerenlandpaden langs sloten en beken aan te leggen.
Ik heb een donkerbruin vermoeden dat onze overheid andere keuzes maakt. Misschien moet ik zelf een politieke partij oprichten. Een naam heb ik al: Partij voor de Natuur. Voor de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021 ben ik te laat. Maar liefst 89 partijen waren trouwens wel op tijd. Het is een record aantal in Nederland.
De Nieuwe Hollandse Waterlinie
In de omgeving van het inundatiekanaal waren vier forten die allemaal voorzien waren van een aarden wal. De metersdikke laag aarde was een bescherming tegen kanonskogels en diende als camouflage. Dat laatste betwijfelde ik. Als je een groene heuvel in het vlakke Nederland ziet, dan weet je dat daar iets wordt verborgen. “Ja”, zei Lisette, “dan denk je aan een vuilnisbelt.”
Dat van de kanonskogels klopt, maar in de jaren tachtig van de negentiende eeuw werd de brisantgranaat ontwikkeld. Die kon dwars door de wal. Daardoor was de Nieuwe Nederlandse Waterlinie bij de oplevering op slag achterhaald. Het deed me denken aan een ICT-project van de overheid.
De uiterwaarden en de laatste loodjes
We liepen via het Waalse Bos naar de uiterwaarden van de Lek. Zomers moest het hier heel druk zijn, want we zagen parkeerplaatsen, strandjes, klimtoestellen en recreatieweiden. Op een winterdag liepen er honden en hun baasjes rond.
Het laatste deel van de tocht was het minste leuk: we liepen 1,3 kilometer lang op de Waalseweg en daarna nog een halve kilometer langs de A27 tot Hajé restaurant Nieuwegein. We vonden het niet zo heel erg, want het eerste gedeelte van de wandeling was prachtig geweest. En niet onbelangrijk: we wisten dat Hajé open was voor afhaal. We bestelden warme chocolademelk en dronken die buiten op de stoep op. Als de bloesem bloeit in april of mei, dan keren we terug. Kolganzen zullen we dan wederom niet zien, want die zijn dan in Noordwest-Rusland en Siberië.
Weer geweldig beschreven met mooie metaforen Carolien!
Dank je wel, Linda, voor je reactie en voor de moeite die je deed om te reageren op mijn blog.
Wat een mooie foto’s weer! En leuk om te lezen..enne..doe mij die partij maar. Carolien for president 🙂
Haha, misschien moet ik serieus werk van de Partij voor de Natuur maken. Ik zou boeren willen uitkopen en de landbouwgrond willen omzetten in natuur.