Zoals elke dag was ik bezig om zo’n 18 nieuwsbrieven ongelezen weg te gooien. Mijn aandacht werd getrokken door een email van de fietsenwinkel.nl. “We hebben wat leuks voor je!”, beloofde ze. Ik kon gratis kaartjes bestellen voor de zesdaagse in Ahoy. Het leek me wel wat. Ik was nooit eerder bij een baanwielrennen-evenement geweest.
Met argwaan klikte ik op de link, omdat ik niet wist of gratis echt gratis was. Misschien moest ik allemaal dingen doen waar ik geen zin in had. Mijn wantrouwen bleek onterecht. De fietsenwinkel had inderdaad wat leuks voor mij. Ik bestelde vier kaarten, het maximale aantal.
Vrijdagavond namen we in Ahoy plaats op rij 17 in de tweede ring, Marianne, Ralf, Lisette en ik. Het was een goede plek, want we hadden een uitstekend zicht op de finishlijn.
Het middenterrein stond tot mijn verbazing helemaal vol. Voor de renners was een kwart van het vloeroppervlak ingericht. Er stonden rijen racefietsen en ook een aantal rollerbanken, die intensief werden gebruikt voor de warming-up. De rest van het middengebied was voor de sponsoren. Zij hadden hun zakenrelaties uitgenodigd voor een borrel in de VIP loges. Vele heren en dames waren heel druk bezig met netwerken en leken nauwelijks oog te hebben voor wat er op de baan gebeurde.
Wij daarentegen keken onze ogen uit. Het krioelde van de wielrenners op de piste. De koppelkoers met sprints was net begonnen. Wikipedia gaf de broodnodige uitleg. Je kunt bij elke sprint punten verdienen, maar als je een ronde voorsprong neemt, dan telt dat zwaarder. Ik begon te begrijpen wat er op de wielerbaan gebeurde en ik vond het warempel boeiend. Twee wielrenners met weinig punten wisten na elkaar een ronde voorsprong te nemen en samen streden ze om de eindoverwinning. Ik kan de coureurs niet herkennen, dus ik kan je niet zeggen wie gewonnen had.
Na iedere wedstrijd was er een prijsuitreiking. Hooggehakte meisjes in blauwe jurken met witte sjerpen kwamen de baan op. Ze zagen er onwennig uit, want ze hadden moeite met de schuine piste. Of met de hoge hakken. De winnaar kreeg een bos bloemen en hij mocht een ererondje fietsen. Met een schijnwerper op zich gericht.
Na de koppelkoers stond de derny op het programma. Die vond ik een stuk minder spannend. Ze gingen erg hard. Dat wel. Aan het einde van de race reden ze zelfs zo’n 70 km per uur. Maar ik vond het saai. Wat me wel verwonderde was de communicatie tussen de gangmaker en zijn volger. Hoe deden ze dat? Hoe gaf de coureur aan dat de bromfietser harder of juist zachter moest gaan? Schreeuwde hij hard? Er was enorm veel herrie op de baan. Maakte hij een bepaalde beweging? Ik kwam er niet achter.
Het ging ook een keer helemaal mis. Een gangmaker reed rond met een rechte rug, een dikke buik, o-benen en de blik strak voor zich uit. Zijn renner kon hem niet meer volgen. Toen de gangmaker hem inhaalde begreep hij tot zijn schrik dat hij een ronde solo had gemaakt.
Er ging weer een koppelkoers van start en ik ging er lekker voor zitten. Het was dit keer een koppelafvalkoers, die koppelafvalling werd genoemd. Ik zat met die term in mijn maag. Was het Vlaams? Oud-Nederlands? Bij elke tussensprint viel het laatste team af. Twee Nederlandse ploegen bleven uiteindelijk over en zij sprintten voor de overwinning. Er waren trouwens veel nationaliteiten aanwezig. Ik zag Belgen, Duitsers, Spanjaarden, Denen en Polen.
Ik kreeg trek en ging op zoek naar voedsel. Achter de tribunes op de eerste ring waren vele stands met fiets- en wielrengerelateerde producten. Vooral de racefietsen van meer dan €10.000 trokken de aandacht. Ik begreep dat wel, want ze zagen er prachtig uit.
Op festivals tref je vaak foodtrucks aan die biologische en gezonde gerechten verkopen. Eten is dan een deel van de beleving. Ahoy was nog niet zover. Er was alleen vette hap te verkrijgen. Ik kon kiezen tussen friet, pizza en een hotdog.
Zo´n drie jaar geleden heb ik mijn Gazelle bij de fietsenwinkel.nl gekocht. Ik ben niet helemaal tevreden over mijn fiets, maar de zesdaagse van Rotterdam is een superleuk evenement.