Ik open de deur van de auto bij station Oldenzaal en voel een fris briesje. Het is half bewolkt en een fraai weekend ligt voor ons. Ik ga samen met Lisette de twee mooiste etappes van het Twentepad lopen. Het streekpad leidt ons door de natuurgebieden en landgoederen van de Twentse noordoosthoek. De geel-rode markering geeft de route aan.
Mooie Twenteland
Als eerste doorkruisen we stadspark Kalheupink. Op de glooiende weide van kort gemaaid gras staat een hier er daar een prachtige oude boom. Bij de bijzondere exemplaren is een naambordje geplaatst.
We verlaten de aangeharkte tuin en we betreden het rommelige buitengebied. Bospercelen worden afgewisseld door bloemenrijke graslanden. Opvallend vaak komen we fitte hardlopers tegen, en later op de dag beseffen we dat onze route gedeeltelijk samenvalt met een bewegwijzerde 20 kilometer lange hardlooproute.
Hoewel we slechts een weekendje op pad gaan, voelt het al vanaf de eerste minuut alsof we op vakantie zijn. Komt dit omdat we in een onbekende omgeving zijn? Of omdat de lucht hier schoner aanvoelt dan in de Randstad? We weten het niet precies.
De heuvels in Noordoost-Twente zijn gevormd in de voorlaatste ijstijd, zo’n 150.000 jaar geleden. Het coulisselandschap is door de eeuwen heen ontstaan door het grondgebruik van de boeren. We zijn omringd door licht glooiende akkers, bosjes en kleine lapjes land die omgeven zijn door bomenrijen, heggen of houtwallen.
Twente is een oase van rust zonder massatoerisme, maar nergens zijn we alleen. Elke 10 minuten komen we een groepjes van 2 tot 6 fietsers tegen. Op de (half)verharde paden zijn dat 50-plussers op elektrische fietsen en op de onverharde paden mountainbike-clubjes met louter en alleen middelbare mannen.
Om kwetsbare natuurgebieden te beschermen tegen de tsunami van fietsers en mountainbikers heeft de beheerder hier en daar een verboden-voor-fietsers bordje geplaatst. Het is fijn om daar ongestoord te kunnen wandelen.
De markering leidt ons langs de Dinkel. De rivier kronkelt door het landschap en wij slingeren met het bruine water mee.
E-choppers
Na ongeveer 14 kilometer gelopen te hebben komen we in Beuningen aan. Het kleine Twentse dorp in de gemeente Losser heeft een enorm groot restaurant met een terras. We kiezen een tafeltje uit en bestellen thee en appelgebak. De belegde broodjes die we van huis hadden meegenomen, zijn allang op.
Op het terras zit een groepje luidruchtige mannen dat een vrijgezellenfeest viert. Ze hebben hun E-choppers tegen de heg geparkeerd. In de tijd dat wij een kop thee hebben opgedronken, hebben zij ieder vier biertjes achterover geslagen.
We vullen onze waterflessen en keren terug naar het stroomgebied van de Dinkel. Als we vlak bij Landgoed Singraven zijn, passeert een groep vrouwen op E-choppers ons. Een van de vrouwen draagt een roze tule rok en we concluderen dat we zojuist haar toekomstige man hebben gezien.
We komen nog meer e-choppers tegen. En nog meer. Het lijkt alsof ze als mieren tegelijkertijd tevoorschijn zijn gekomen uit hun nest. Ze tuffen allemaal naar de Watermolen van Singraven, die schuin tegenover het huis van Singraven is gesitueerd. Het zijn zoveel e-choppers, dat ik het gevoel heb dat alle verhuurbare elektrische scooters zich hier verzamelen. Mogelijk is Singraven viral gegaan op tiktok.
Zo’n 500 meter na de watermolen keert de rust terug op het landgoed en zijn we voor de eerste keer vandaag alleen in de stille natuur.
Kanaal Almelo-Nordhorn, De Hunenborg en Ootmarsum
Onze wandeling is lang en als we het kanaal Almelo-Nordhorn bereiken wordt ik belaagd door horzels. Er zitten er vijf op mijn benen en ik sla ze weg, maar ik ben niet snel genoeg. Ik heb bloed aan mijn handen. Het is mijn eigen bloed dat de bloedzuigers hebben opgezogen. Ik baal, want ik weet dat ik de komende dagen last zal hebben van grote rode jeukende plekken. Het kanaal is sinds 1960 gesloten voor scheepvaart en heeft zich ontwikkeld als natuurgebied met vele soorten bloemen vissen en vogels. En veel insecten dus.
We steken het kanaal over en betreden De Hunenborg. Het is een eilandje met een historische ringwal. In de middeleeuwen heeft hier een kasteel gestaan, maar daar is nu niets meer van te zien. De Hunenborg maakt deel uit van de Canon van Weerselo, een van de 18 regiocanons van Twente. Ik weet van het Canon van Nederland, maar ik wist niet dat er ook regiocanons bestaan. Ze geven aan wat je zou moeten weten over geschiedenis en erfgoed in je eigen buurt.
Ootmarsum is het eindpunt van onze wandeling. We slapen bij Vrienden op de Fiets, een club van gastvrije particulieren, die fietsers en wandelaars op doortocht een douche, een bed en een ontbijt aanbiedt. We bellen aan bij Poolboer 3 en de vrouw des huizes ontvangt ons vriendelijk. We nemen een douche en laten het warme water over onze vermoeide spieren gutsen. Daarna sjokken we naar het centrum om wat te gaan eten. Gelukkig is een tafeltje beschikbaar bij ’t Pläske, het eerste de beste terras dat we tegenkomen. Onder het genot van een maaltijd en een biertje van de plaatselijke brouwerij komen we bij van de inspanningen van de dag.
De muggen van Ootmarsum
Terug in onze kamer horen we een mug. We gaan op muggenjacht en als we het diertje tegen het witte behang hebben platgedrukt, horen we opnieuw gezoem. We zien dat er nog twee in de kamer zijn. De ene kunnen we onschadelijk maken, maar de andere krijgen we niet te pakken. We laten het zitten en gaan slapen.
Iedere keer als ik tijdens de nacht even wakker ben hoor ik gezoem.
De volgende ochtend doen we de rolgordijnen open en zien we een stuk of 10 zwarte muggen op de witte muren zitten. Waar komen ze vandaag? We hadden toch beide ramen gesloten? Ik heb vele muggenbeten op mijn armen en vingers en uit wraak sla ik 2 insecten dood. De andere 8 vliegen steeds weg als ik in de buurt kom.
Na het ontbijt rekenen we €52,- af, 25 euro per persoon voor de overnachting en 2 euro voor de toeristenbelasting. Dat is wat je noemt een vriendenprijs! Ik kan de Poolboer aanraden, maar absoluut niet in het muggenseizoen.
Springendal & Dal van de Mosbeek en de Mandercirkels
De etappe van vandaag leidt ons naar het Natura 2000-gebied Springendal & Dal van de Mosbeek. Het ligt op de stuwwal van Ootmarsum. Hoewel het gebied een rijke geschiedenis heeft, is het bos niet heel oud. We passeren enkele grafheuvels en we beseffen dat zo’n 4.500 jaar geleden hier mensen hebben gewoond. Het natuurgebied is magnifiek door de aanwezigheid van bronnen, beekjes en heidevelden, die volop in bloei staan.
In vergelijking met een dag eerder lopen we vaker over smalle paadjes en minder vaak op asfalt. Daardoor komen we weinig fietsers tegen en zelf geen enkele E-chopper. De elektrische scooters houden zich waarschijnlijk allemaal op in de omgeving van de Watermolen van Singraven.
Na zo’n 10 kilometer wandelen komen we bij de Molen van Bels. De watermolen is in 1725 gebouwd als papiermolen. Naast de molen is een restaurant. Omdat dit de enige horeca op de route is, stoppen we hier om te pauseren. Het blijkt een leuke en populaire plek te zijn. Alle tafeltjes op het terras zijn bezet, op eentje na. Er staan geen stoelen bij, maar in een mum van tijd hebben we twee stoeltjes bij elkaar gescharreld. Na een uurtje komen we erachter dat er een bordje op tafel staat met de tekst dat de tafel vanaf 12:30 is gereserveerd. De laatkomers krijgen een andere tafel en wij kunnen gelukkig blijven zitten.
Na de lunch brengt de route ons naar de Mandercirkels aan de grens met Duitsland. De twee ronde akkers met een doorsnede van zo’n 350 meter zijn in de jaren 30 van de 20e eeuw aangelegd in opdracht van textielfabrikant en grootgrondbezitter Gerhard Jannink. Als landbouwkundig experiment. De velden werden vanaf het midden in een spiraalvormige gang bewerkt zodat de machines niet behoefden te keren. Er heeft rogge opgestaan, als ook haver, aardappels en mais. Toen de velden niet voldoende meer opbrachten, verkocht Jannink ze aan Landschap Overijsel. Het experiment was feitelijk mislukt.
We gaan terug naar de Mosbeek en lopen in de richting van Tubbergen, onze eindbestemming. Omdat we een lijnwandeling hebben gemaakt en geen rondwandeling gaan we met het OV terug naar Oldenzaal. De bus vertrekt ieder uur en we moeten een half uurtje overbruggen. Het terras van Marcant, vlakbij de bushalte, is een prima plek om uit te puffen en terug te blikken.
Terugblik
Het was heerlijk om een weekend samen te wandelen. Doordat we twee dagen gingen, konden we verder van huis gaan en nieuwe gebieden ontdekken. Noordoost-Twente is een geweldig streek om te wandelen … en om te fietsen. Het is een uniek stukje Nederland en de mensen zijn er bijzonder vriendelijk. Vrienden op de Fiets is een aanrader. Omdat het een stuk goedkoper is dan een hotel en een B&B, gaan we dit jaar nog een wandelweekend plannen.
We hadden in twee dagen evenveel kilometers afgelegd, als Sifan Hassan tijdens haar drie races op de Olympische spelen. Zij had alles gegeven, en wij hadden de knollen op.
Als altijd weer heel leuk en aansprekend beschreven Caroline. Hartelijke groetjes uit Limburg.
Dank je wel, Ron. Noordoost-Twente heeft voor Nederlandse begrippen behoorlijk veel hoogteverschillen. Wat dat betreft lijkt het een beetje op Limburg.
Al lezend reis ik met Carolien mee. Zo beeldend beschreven, een ‘natuurtalent’. Dank je wel Carolien voor het delen van je avonturen.
Dank je wel, Frank, voor je mooie woorden en voor de moeite die je deed om het mij te laten weten ❤️.