Wandelen door de Picos van Potes naar de zee (1/2)

Geplaatst op
Koeien in de Picos

Wandeling 1: Inloopwandeling Allende – Potes – Sto Toribio – Potes

De taxi zette ons af in Allende, een gehucht dat bestond uit een stuk of tien huizen. Achter de huizen doemden de ruige bergpieken op van de Picos de Europa. Ze waren omringd door witte wolken.

Lisette en ik maakten ons op voor de laatste etappe van de pelgrimsroute Camino Lebaniego. De tocht begon met een steile klim van zo’n 300 meter naar een hoogte van 566 meter. We deden het rustig aan, want dit was de eerste wandeling van onze 8-daagse wandelvakantie.

Allende

Na de klim liepen we afwisselend omlaag en omhoog door oude eikenbossen en het kastanjebos van El Habario. De majestueuze bomen hadden grote dikke stammen; ze waren enkele eeuwen oud.

Via het dorp Pendes daalden we af naar de vallei met uitgestrekte groene weiden. Ze deden me denken aan de Milka Alpenweiden, maar de koeienmelker op het houten krukje ontbrak.

In het dal liepen we parallel aan Rio Deva en de doorgaande weg naar het bergdopje Potes. Het voetpad werd een asfaltweg, waar geen einde aan leek te komen. Je kunt in de prachtigste gebieden wandelen, maar als de ondergrond geasfalteerd is, dan begin ik me altijd gauw te vervelen.

We liepen het middeleeuwse Potes in. De route ging nog verder naar het klooster van Santo de Liebana, maar wij zochten eerst onze hotelkamer op. De spullen die we niet meer nodig hadden, haalden we uit onze rugzak.

De pelgrimsroute vanaf Potes liep pal naast de doorgaande weg. Na zo’n drie kilometer zagen we een grote parkeerplaats liggen. Het was zo goed als leeg. ‘Oh, ja’, verzuchtten we, ‘in Spanje is alles gesloten in de voormiddag.’ Gelukkig bleek de kerk open te zijn.

Het oudste klooster van Spanje is bekend om de Lignum Crucis, een deel van het heilige kruis waarop Christus werd gekruisigd. We konden het van een afstandje gadeslaan. Lisette pakte haar verrekijker erbij en bestudeerde de details van het meer dan 2000 jaar oude stukje hout.

Potes
Potes

We liepen dezelfde weg terug naar Potes en besloten langs de ferreteria te gaan. Een dorp van enige omvang in Spanje heeft een bakker, een apotheek en een ferreteria. Het is een winkel waar je ijzerwaren, gereedschappen, bouwmaterialen en huishoudelijke artikelen kunt kopen. Wij wilden graag een waterkoker kopen, want we misten onze kopjes thee voor het ontbijt, in de namiddag en na het avondeten.

Ik liep met de eigenaresse mee naar een schap ergens achterin de winkel. Ze liet me een paar dozen zien en ik schudde mijn hoofd. Ze waren te groot. Uiteindelijk vond de vrouw er eentje van 1 liter in de kleuren wit en mint groen. We probeerden het apparaat meteen uit en genoten intens van het warme kopje thee. Gek genoeg werd onze hotelkamer er gelijk gezellig door.

Wandeling 2: Het hart van de Picos

Na een dag in de uitlopers van de Picos geweest te zijn, gingen we nu de bergen in. Een taxi bracht ons in een half uur naar de kabelbaan van Fuente Dé. Onze bagage lag achter in de auto. De chauffeur zou de rolkoffers naar onze volgende accommodatie brengen. Wij hoefden alleen onze dagrugzak te dragen en de route te voet af te leggen.

De kabelbaan was nog niet open en we moesten een half uur wachten. Gedwee gingen we in de rij voor de tourniquet staan. Het miezerde een beetje. Er bleek maar 1 gondel te zijn voor maximaal 20 personen, en wij stapten als laatste in. De mensen achter ons moesten wachten totdat de cabine weer terug was.

Op een hoogte van ca. 1.835 meter stapten we uit. Het bergstation lag in de wolken en het was zo koud, dat we onze handschoenen aandeden. We konden jammer genoeg niet de spectaculaire uitzichten zien, maar we voelden wel dat we op een bijzondere plek waren.

Bergstation Fuente Dé

De route van vandaag was simpel. We moesten een landroverspoor door de gletsjervallei volgen en dan zouden we uiteindelijk bij Sotres uitkomen. Na een kilometer was er de mogelijkheid om een uitstapje te maken naar de kol van Horcados Rojos. We besloten dit te doen. We zouden wel kijken tot hoe ver we kwamen. Als het te hoog, te steil of te gevaarlijk zou zijn, dan konden we simpelweg terugkeren.

We liepen nu op een authentiek bergpad, dat te smal was voor voertuigen. De ene keer wandelden we in de schaduw van een berg of van een wolk, en dan weer in de warmte van zon. Een paar gemzen lag te relaxen in de zonnestralen. Er kwam steeds meer bewolking opzetten. We bereiken de pas op een hoogte van 2.353 meter. Het was het einddoel van het heen-en-weertje. Voor ons zagen de Naranjo de Bulnes, een bergtop van 2529 meter hoog. De markante kalkstenen piek verdween ras in donkere wolken en wij stonden te blauwbekken in de gure wind. Een alpenheggenmus kwam in de buurt van ons zitten, en verwarmde ons hart. Twee alpenkauwtjes naderden ons, in de hoop dat we ze zouden voeren, maar dat deden we niet.

Horcados Rojos

De reisbeschrijving had ons een adembenemend uitzicht op het Centraal Massief van de Picos beloofd, maar we zagen alleen maar mist. Toen het ook nog begon te miezeren, keerden we om en begonnen we aan onze terugtocht van 3,87 kilometer naar de hoofdroute.

Toen we wederom op het landroverspoor waren, was het niet meer zo koud. We hadden een lange afdaling van 1.000 hoogtemeters voor de boeg over een lengte van 12 kilometer. Daarna zou nog een klimmetje naar Sotres volgen. Het was het hoogstgelegen dorp in de Asturische deel van de Picos.

Bij Refugio de Aliva gingen we naar binnen om wat warms te drinken. Ik merkte dat ik moe was en dat we er nog lang niet waren: we hadden in totaal nog 10 kilometer voor de boeg. We aten een broodje om energie bij te tanken.

Na de refugio hadden we ergens een verkeerde afslag genomen, want we zaten opeens niet meer op de track. Ik rekende uit dat we een uur extra moesten wandelen. We konden teruglopen of doorlopen. Het maakte in tijd niet uit. We kozen ervoor om door te lopen.

Ik vertelde Lisette over de les die ik van Kamp van Koningsbrugge had geleerd: je kunt veel meer dan je denkt. Om de moed erin te houden benaderden we alles super positief. We passeerden een leuk schattig kerkje, dat we anders nooit gezien zouden hebben. We doorkruisten een weide waarvan de ondergrond heerlijk zacht was, zodat onze knieën actief konden herstellen. Kortom, we maakten het beste van de situatie.

Gletserdal

Eenmaal terug op het landroverspoor kwam er af en toe een motor of een auto met vierwielaandrijving langs. Ze gingen naar of kwamen van de refugio. Dat motorrijden populair is in de Picos hadden we al in Potes opgemerkt. Groepen Ieren overnachtten in het dorp. Ze hadden de boot naar Bilbao genomen om lekker rond te toeren in de bergen.

We passeerden de grens tussen Cantabrië en Asturië. Op de grens stond een hek, zodat de koeien niet van de ene naar de andere autonome gemeenschap konden lopen. Het verschil tussen de twee regio’s was opmerkelijk. In Cantabrië waren de weiden kaal en in Asturië bloeiden paarse heide en gele brem.

Het begon te regenen en we verlangen naar een warme douche. Het belangrijkste nu was om ons lichaam heel te houden. Om 19:00 uur kwamen we eindelijk in ons hotel aan. Het was fijn dat we in Sotres half pension hadden, want we hadden geen energie meer over om op zoek te gaan naar een restaurant.

Vandaag hadden we in totaal 24 kilometer gelopen, 732 meter gestegen en 1577 meter gedaald. Het was waar: we konden veel meer dan we dachten.

Wandeling 3: Rondwandeling Sotres – Tielve – Sotres

Iedere dag moesten we zelf voor de lunch zorgen, maar in Sotres was er geen supermarkt. We vroegen het hotel om een lunchpakket voor ons te maken. Op het programma stond een rondwandeling van slechts 13,8 kilometer en 480 hoogtemeters.

Sotres
Sotres

We liepen het dorp uit en volgden een smal pad langs de bergwand. Hier konden geen motoren komen. Ze waren er wel, lager in het dal op de geasfalteerde weg. Na drie kilometer daalden we naar die asfaltweg af en wandelden we naar Tielve. Het bergdorp werd bewoond door minder dan honderd mensen en had een kerkje, twee hotels en een barretje. In het café dronken we thee en koffie. We hadden alle tijd van de wereld en hoefden ons niet te haasten.

We volgenden een betonnen weg die steil naar boven ging. Badend in het zweet keek ik in mijn route-app en zag ik dat we niet meer op de track zaten. ‘Niet weer!’, riep ik vertwijfeld uit. We moesten terug. We hadden een zijpad over het hoofd gezien.

Dat zijpad bleek een door koeien gevormd pad te zijn, dat vol lag met koeienvlaaien. Slalommend ontweken we de drek. In de verte zagen we de Naranjo de Bulnes. Ook vandaag was de rots omringd door wolken.

In de ochtend was het windstil geweest, maar in de loop van de dag ging het steeds harder waaien. We keken daar niet van op, want het weerbericht had code geel afgegeven voor heel Noord-Spanje.

We doorkruisten een open gebied met gele brem, een veld met varens en een berkenbosje. Als er een windvlaag kwam, dan liepen we in een regen van gele blaadjes. De herfst was begonnen.

Gele brem

Na het bosje waren meer velden met gele brem. Het deed ons denken aan de Scottish Borders, waar we zeven jaar geleden onze vakantie hadden doorgebracht. De gele brem was vermengd met paarse heide. De kleuren van de planten werden nog mooier, toen de zon ging schijnen.

Op het laatste stuk naar het dorp toe waaide het zo hard, dat we moeite moesten doen om op onze voeten te blijven.

Ik heb deze blog in tweeën gesplitst. Klik hier verder te gaan met het tweede deel waarin ik vertel over de laatste drie wandelingen.

2 reacties op “Wandelen door de Picos van Potes naar de zee (1/2)&rdquo

  1. Picos de Europa staat al lang op ons verlanglijstje. Nu nog meer door Caroliens enthousiaste verhaal. We gaan e volgend jaar juni naar toe. En dan hopen we de knappe dames in het weiland te ontmoeten 🙂

    1. Er zijn heel veel knappe dames 🐄 🐮 in Asturië, Frank. Maar misschien kom je ook de 🐺 tegen of een 🐻.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *