We hadden ons aangemeld voor de Visarend vaarexcursie in de IJsseldelta. In de beschrijving stond dat het niet 100% zeker was dat we deze vogel zouden zien, maar dat zinnetje negeerden we gewoon. De visarend trekt in augustus en september door Nederland en leeft bijna uitsluitend van vissen. Met een spanwijdte van 145-175 cm is hij kleiner dan de zeearend.
Nico de Haan had de excursie georganiseerd. Zou hij de Nico zijn van de vogelcursussen van de vogelbescherming? De enthousiaste man met de grijze baard en een eigen wikipedia-pagina?
Corona gooide bijna roet in het eten. De rederij stopte ermee en Nico moest een alternatief vinden. Dat werd de Veerman van Kampen, een grote salonboot met een bovendek dat uitstekend geschikt is om te vogelen.
Aan boord werden Lisette en ik verwelkomd door de enige echte Nico. We herkenden hem direct. Nederlands bekendste vogelkenner hield een introductiepraatje voor een groep van zo’n 44 vogelliefhebbers. Hij zei dat hij van zijn vrouw toetsbare doelen moet stellen. We zouden vandaag 60 soorten vogels zien. En Grappenhausjes waren niet toegestaan.
Iedereen had een verrekijker bij zich en sommigen ook een telescoop. Tijdens het eerste deel van de tocht over de IJssel richting de Ketelmond ging het rap met de score; we zagen in hoog tempo veel verschillende soorten, zoals aalscholvers, wilde eenden, meerkoetjes, blauwe reigers, zilverreigers , nijlganzen en Canadese ganzen. Nico had een microfoon en benoemde wat hij zag. Wij volgden zijn kijkrichting en keken met hem mee.
We mochten trouwens geen kraai zeggen, want het was officieel zwarte kraai. En als we een roerdomp zouden zien, dan zouden we het geld van de excursie terugkrijgen. Ja, Nico weet hoe je Nederlanders motiveert. Er vlogen verschillende meeuwen langs en ik had in mijn eentje niet gerealiseerd dat het grote mantelmeeuwen, zilvermeeuwen en stormmeeuwen waren. De clue is dat je naar de kleur van de poten moet kijken. Die kunnen roze of geel zijn.
Nico zag een stipje aan een stokje op de horizon. “Het is een Zeearend”, vertelde hij ons. We zochten allemaal in onze verrekijkers naar het stipje. De boot kwam langzaam dichterbij en het stipje werd groter en groter. Uiteindelijk konden we de kop en de veren van een imposante grote vogel waarnemen. Hij zat rustig in de top van een dode boom. “Ga nou vliegen”, spoorde ik hem in gedachte aan, want ik wilde zijn enorme spanwijdte en zijn diep gevingerde vleugels graag zien, maar de ‘vliegende deur’ bleef zitten waar hij zat.
Kort daarna signaleerde Nico aan de rechterzijde van het schip een visarend. 44 verrekijkers zwenkten opgewonden naar stuurboord. We zagen een grote roofvogel met lange geknikte vleugels en een witte onderzijde heen en weer vliegen. Af en toe hing hij biddend boven water op zoek naar een prooi. Het was een machtig gezicht. We hadden onze wensvogel gespot. Onze dag kon niet meer stuk!
Weer wat later hoorden we Nico opgetogen casarca’s roepen. Zoveel enthousiasme hadden we niet eerder in zijn stem gehoord. Dat moest wel een heel bijzondere vogel zijn. Bij de oever zagen we een stuk of acht oranjebruine eenden met een kaneelkleurige kop rondzwemmen. Ze schrokken ergens van en vlogen weg. Daardoor werden de witte vleugels met een zwarte rand goed zichtbaar.
We vaarden via het IJsseloog, het Ramsdiep, het Zwarte Meer naar het Zwarte Water. Bij Zwolle passeerden we een sluis en via het Zwolle-IJsselkanaal en de IJssel keerden we terug in Kampen. Tussendoor gingen we even naar de salon om te smullen van een uitgebreide lunch.
We zaten op de eerste rang, de vogels kwamen voorbij en Nico gaf live commentaar. Een zwerm goudplevieren vloog boven een weiland. In de nabijheid van deze steltloper tref je meestal kieviten aan en dat was deze keer ook zo; we zagen ze lopen in het gras. Als goudplevieren opvliegen, dan is er vaak een slechtvalk in de buurt, maar die konden we nergens ontdekken. Misschien waren ze op de vlucht gegaan voor een buizerd.
Een buizerd heeft verschillende manieren van jagen. We zagen ze alle drie die dag: zittend op een paaltje, rondcirkelend op de thermiek, of lopend als een kip in het weiland op zoek naar wormen. De laatste aanpak was niet roofvogel-waardig, vond Nico.
De vaarexcursie kan ik iedereen aanraden, maar het heeft wel een keerzijde. Op een grote boot ben je niet midden in de natuur, maar op een afstand. Je voelt een kloof, die je niet ervaart als je wandelt. De volgende keer gaan we dus weer lekker wandelen en genieten van de vogels om ons heen. Oh ja, niemand had die dag een roerdomp gespot en we hadden samen met Nico in totaal 58 soorten waargenomen. De groepsdoelstelling was niet gehaald, maar daar maalden Lisette en ik niet om. We hadden namelijk voor het eerst in ons leven een heuse visarend gezien.
Erg leuk verslag! Neem ik mee in mijn nieuwsbrief! Tot zien op…een wandelexcursie!
Vrolijke vogelaarsgroeten,
Nico
Je hebt lekker door onze “achtertuin” gevaren. Tegenwoordig fietsen wij veel over de dijken van Ketelmeer, IJssel en Zwarte meer. Er is altijd veel te zien. Een leerzame dag, dat lees ik wel!