In de Amerongse Bovenpolder scheerde een boerenzwaluw op 3 april door de lucht. De Max Verstappen van de trekvogels bracht ons in vervoering. We hadden de koploper uit het peloton gezien. De komende maand arriveren de Afrikagangers druppelsgewijs in Nederland.
De zwaluw was niet het enige pareltje van de dag. Eerder die morgen hadden we na drie minuten lopen al twee lepelaars, een pijlstaart en een zaagbek waargenomen. Je hebt van die dagen dat je niets ziet en je hebt van die dagen dat alles meezit. Vandaag was zo’n dag.
Het begin van de coronapandemie was ook het begin van onze vogels-kijken-hobby. Het is een heerlijke vrijetijdsbesteding, die we ook na corona blijven doen. De verrekijker en vogelgids gaan steevast mee op onze wandeltochten.
Er waren weinig wandelaars op de onverharde paden in de uiterwaarden van de Nederrijn. Dat was niet helemaal onverwachts, want het struinpad was pas drie dagen open. Van oktober tot april mag je hier niet komen, omdat duizenden ganzen en eenden in het gebied overwinteren.
Hoog in de lucht zong een veldleeuwerik. De zon scheen en de koude wind was even gaan liggen.
Tussen de kribben van de rivier waren zo’n 30 grutto’s en kieviten neergestreken. Ze stonden op één lijn op één poot. Een aalscholver op de kop van de krib droogde zijn vleugels. Aan de andere kant van de Nederrijn zaten een paar honderd brandganzen in het gras.
Sinds we onze coronahobby uitoefenen, gaat onze voorkeur uit naar wandelgebieden die in trek zijn bij vogels. De omgeving van Amerongen is zo’n gebied. Ook als je niets om vogels geeft, kun je er prachtige wandelingen maken. Het is het heel afwisselend met de uiterwaarden, landgoederen en het bos.
Net voordat we de Lekdijk opliepen zagen we een tjiftjaf in het struikgewas. Het kleine vogeltje riep herhaaldelijk zijn eigen naam. Mijn gedachten gingen direct naar Cothen, een dorpje aan de Kromme Rijn dat leeft van de kersen- en perenteelt. Het fruitteeltbedrijf van familie Vernooij heeft maar liefst 50 soorten kersen. Omdat niet alle soorten tegelijkertijd rijp zijn, zijn we er vorig jaar drie keer geweest. In de omgeving van Cothen maakten we kennis met de tjiftjaf. De bruingeelgroen gekleurde vogel is nadien voor mij onlosmakelijk verbonden aan Cothen. En trouwens ook aan kersen.
Aan de andere kant van de dijk was een agrarisch cultuurlandschap met struiken, bomen, weilanden en koeien. We hoorden nu overal tjif-tjaf om ons heen. Als ware een dirigent gaf ik met mijn hand het ritme van de zang aan: tjif-tjaf, tjif-tjaf, tjif-tjaf.
Een bord waarschuwde ons voor eikenprocessierupsen en zei dat het betreden van het gebied op eigen risico was. We durfden de gok wel te nemen. Eén zwaluw maakt nog geen zomer. En ook nog geen eikenprocessierups-plaag.
We kwamen langs kasteel Amerongen waar een mobiele koffiebar op het terrein stond met een rij mensen ervoor. Omdat het een eeuwigheid geleden was dat we onderweg iets konden bestellen, sloten we in de rij aan en trakteerden we onszelf op thee, koffie en appelgebak. Kersentaart stond helaas niet op de kaart. Aan een statafel verorberden we de versnapering. Nederland was immers nog steeds in lockdown en het was niet toegestaan om zittend je consumpties te nuttigen.
Via de oude en nette straatjes van Amerongen liepen we naar de top van de 69 meter hoge Amerongse Berg. De heuvel is begroeid met de oudste bomen op de Utrechtse heuvelrug. De lanen met beuken dateren uit de achttiende eeuw. Er waren hier veel meer mensen dan in de uiterwaarden. En helaas veel minder vogels. De gevleugelde vriendjes die we wel zagen waren de boomklevers. De vogeltjes van zo’n 15 cm met een grijsblauwe bovenkleed en een zwarte wenkbrouwstreep liepen op hoge snelheid tegen de stam van de boom. We luisterden naar de zang en probeerden deze in ons geheugen te prenten.
De omgeving van Amerongen is rijk aan vogels. We konden ze niet allemaal determineren. Met name de roofvogels en de kleine bruine vogeltjes waren onherkenbaar. Ze vlogen te hoog of doken te snel achter de takken weg. Dat was heel irritant. Om beter te worden in vogelen gaan we ons richten op de zang en roep van vogels. Als we die kunnen thuis brengen, dan kent de Nederlandse vogelpopulatie geen geheimen meer voor ons.