We hadden een vakantie op Texel geboekt om te wandelen, naar vogels te kijken en lekker veel buiten zijn. Om 12:30 uur zetten Lisette en ik voet op het eiland. De zon scheen en een hevige wind beukte tegen ons aan. Bij de fietsverhuur aan de haven haalden we onze fietsen op en gaven we onze bagage af. Alleen onze rugzak hielden we bij ons. Het waaide harder dan ons lief was en bij het eerste de beste dorp stapten we af voor thee, koffie en gebak.
Na ons relaxmomentje zetten we koers naar bunker en uitkijkpunt Loodsmansduin. Het 24 meter hoge duin had een rijke geschiedenis. In de zeventiende eeuw fungeerde het als uitkijkpost voor de loodsen van Den Hoorn. Vanuit deze plek hadden ze een goed uitzicht over de zee. Zodra een koopvaardijschip naderde, gingen de loodsen erop af om het te begeleiden over het Marsdiep. Als ik toen had geleefd, dan zou ik een loods willen zijn.
De bouw van het Noordzeekanaal in 1875 betekende het einde van het loodswezen op Texel. Kort voor de Tweede Wereldoorlog bouwde het Nederlandse leger op het duin een kustbatterij. Na de oorlog werd het weer een uitkijkpunt. Wij zaten voor de bunker op een bankje en keken om ons heen.
Rondom de bunker staan panelen met daarop verhalen van zestien Texelaars over de oorlog. De verhalen zijn ook digitaal beschikbaar.
We stapten weer op de fiets en constateerden dat de wind helaas niet was gaan liggen. Texel is het grootste Nederlandse Waddeneiland met een lengte van twintig km en een gemiddelde breedte van acht km. We waren van plan om de komende dagen veel plekken te bezoeken en de straffe wind maakte ons een beetje moedeloos. “Waarom hebben we geen elektrische fietsen gehuurd?”, vroeg ik mij vertwijfeld af.
We reden natuurgebied Het Dennenbos in en de bomen zorgden voor enige beschutting.
Na een tijdje bereikten we badplaats De Koog, waar we een tweepersoonshuisje hadden geboekt. De inrichting bleek weinig smaakvol te zijn, maar na een dag was ik er ietsepietsje aan gewend. De boxspringbedden en de douche waren gelukkig uitstekend.
De Hoge Berg
In de ochtend na het ontbijt fietsten we naar het natuurcentrum De Marel, om een korte wandeling door de polder Waalenburg te maken. We hadden voor dit gebied gekozen, omdat het een vogelparadijs zou zijn. We troffen het niet. Het was een grauwe morgen en er waren bijzonder weinig vogels in het gebied.
Teleurgesteld fietsten we naar Den Burg waar we een terrasje pakten voordat we verder gingen. De zon liet zich af en toe zien en we begonnen ons beter te voelen.
We liepen het dorp uit richting de Hoge Berg. Dit was “het oude land” van Texel, dat in de voorlaatste ijstijd was ontstaan. We waren meteen gecharmeerd van het licht glooiende landschap met zijn kenmerkende tuunwallen, schapenboeten en drinkkolken. Een tuunwal is een ‘muurtje’ van gestapelde graszoden die de weilanden van elkaar scheiden. Ze deden me denken aan de stenen muurtjes die je op het Engelse platteland aantreft. De Texelse boeren bouwden ze vanaf 1652 bij gebrek aan alternatieven. Er was geen hout voor het maken van hekken en hagen wilden niet groeien door de zeewind.
Tussen de tuunwallen liepen de beroemde Texelse schapen rond. Het eiland heeft ongeveer net zoveel schapen als inwoners. Verspreid over de Hoge Berg stonden schapenboeten. Deze karakteristieke Texelse schuren hebben een afgeplatte gevel aan de luwe kant en een fraai rieten dak. Ze worden gebruikt om hooi en voer voor de schapen in op te slaan. Ze waren stuk voor stuk prachtig gerestaureerd.
Garnalenvissen op de Waddenzee
Op woensdag regende het bijna de hele dag. Het regenwater begon na 10 minuten fietsen van onze regenbroek in onze sokken te druppelen. Dat was niet de enige reden waarom het garnalenvissen op de Waddenzee niet het succes was waar we op hadden gehoopt. We moesten de T20 Walrus delen met 63 stuiterende kinderen uit groep 8. Ze namen het vissersboot volledig over met hun sprankelende aanwezigheid.
Sommigen hadden geen regenkleding aan en waren verkleumd tot op het bot. Tientallen scholieren kwamen de binnenruimte in waar wij ons hadden genesteld op de bank. Ze wilden een beetje warm worden. Al snel haalden ze puntzakken met snoep van de Jamin of het Kruidvat uit hun doorweekte rugzakken. Het waren goed opgevoede kinderen, want daarna begonnen ze aan de boterhammen die ze van huis hadden meegenomen.
De die-hards van de groep bleven buiten staan, waar het steeds harder ging regenen. Schipper Herman had de netten uitgeworpen en de eerste vangst aan boord gehaald. Het was zo nat en koud buiten, dan we niet gingen kijken. Als we opstonden, dan zou ons plekje op de bank direct worden ingenomen door achtste-groepers. Dan was het opgestaan is plaats vergaan.
We zaten bij het raam en keken naar de meeuwen die de boot volgden en hun kans afwachtten. Een zilvermeeuw had een visje te pakken en werd direct aangevallen door een mantelmeeuw. Ik kon niet zien hoe de achtervolging afliep, want ze verdwenen uit mijn gezichtsveld.
De vissersboot keerde na twee uur terug naar de haven van Oudeschild. De kinderen gingen van boord en de rust keerde terug. We liepen naar het dek, naar de mand met garnalen. De schipper kwam erbij staan en hij legde uit hoe je ze pelt. Hij vulde een boterhamzakje van twee liter met de schaaldiertjes en gaf het aan ons. We hebben er twee dagen van gegeten.
We liepen naar restaurant De Kombuis, waar het lekker warm was en waar we onze natte sokken even uit konden doen. We gingen bij het raam zitten en bestelden vissoep, gebakken mosselen en garnalenkroketjes. Het smaakten goed. De TX20 voer een tweede keer uit, opnieuw met een groep kinderen aan boord.
Omdat we door de barre omstandigheden een gedeelte van het spektakel aan boord hadden gemist, willen we in de toekomst nog een keer garnalenvissen. Maar dan wel met een zonnetje en zonder een schoolklas.
Afsluiting
We wilden lokaal eten en dat is redelijk gelukt. Naast het Texels lam hebben we ook Texelse friet van aardappelen van het Texelse land opgepeuzeld. Memorabel was de Texelse tosti met Texels volkorenbrood, Wezenparel kaas en lamsham. We hadden verwacht dat de sneetjes brood van de tosti van volkorenmeel zouden zijn gemaakt, maar dat was niet zo. Het volkorenbrood zat aan de binnenkant bij de kaas en de ham.
Op Texel is veel te beleven, zeker voor natuurliefhebbers. Tot mijn verrassing bleken er maar liefst zo’n veertig natuurgebieden zijn. Natuurmonumenten is heel actief. Texel is ook een fietseiland, maar die wind is wel een dingetje. Het waait er harder dan op de vaste wal. Hoewel ik zo lang mogelijk niet-elektrisch wil blijven fietsen in het dagelijkse leven, ga ik bij mijn volgende verblijf op Texel toch een elektrische fiets huren. De grotere actieradius geeft meer vrijheid en mogelijkheden.
Lisette wilde vorig jaar al naar Texel, maar ik was niet enthousiast. Nu ben ik helemaal om. Texel is een geweldig vakantie-eiland.
Ik heb over onze vakantieweek op Texel twee blogs geschreven. Deze blog over het vakantie-eiland Texel en een tweede blog over het vogeleiland Texel. Klikt hier om naar de andere blog te gaan.