Wandeling 1: Lijnwandeling langs de Guadalope-rivier en naar de bergtop El Raspador
Na een rampzalige reisdag, waarop Lisette en ik ruim zes uur later dan gepland in Spanje aankwamen en ter plekke een hotel moesten regelen, omdat we onze eindbestemming niet meer op tijd konden bereiken, stapten we in de ochtend in onze huurauto. De witte Fiat 500 zag er kek uit en had een sunroof, airco en een zesde versnelling, maar ging als een slak de berg op.
Het logistieke plan van de dag was niet eenvoudig. We moesten naar het dorpje Mirambel rijden, waar we de laatste nachten van onze vakantie zouden verblijven. Ignacio zou daar klaar staan om ons naar het beginpunt van de wandeling te brengen. Na een lijnwandeling zou hij ons op de bergtop El Raspador oppikken en ons naar het dorpje Montoro de Mezquita rijden.
Na een rit van twee uur parkeerden we de Fiat in Mirambel, laadden we onze rolkoffers in de auto van Ignacio en bracht hij ons naar de Guadalope-rivier. Om 13:30 uur op een hoogte van 633 meter begon onze wandelvakantie pas echt.
We liepen in de koelte onder de bladeren van de bomen langs de rivier. Na ruim een uur gingen we in de schaduw van een 40 meter hoge steile wand op rotsblokken zitten, want het was hoogste tijd om wat te eten. Boven ons hoofd cirkelden negen vale gieren. We hadden onze verrekijkers bij ons en geboeid keken we naar de roofvogels met een spanwijdte van ruim twee meter.
In de ochtend hadden we bij de Dia supermarkt volkoren stokbrood, bagels, kaas, rauwe ham, guacamole en snoeptomaatjes gekocht. Het etenswaar smaakte goed en we merkten hoe we moe waren van de lange reis en de korte nacht.
We gingen verder. Na vier kilometer lieten wij de Guadalope-rivier achter ons en begonnen we aan een lange beklimming in de volle zon. Het was 28 graden. Af en toe stopten we om op adem te komen. Om een uur of vier in de middag zakte de temperatuur en konden we meer genieten van de omgeving. We waren omringd door ruige rotspartijen en hoge bergtoppen.
Na 800 hoogtemeter overwonnen te hebben, bereikten we de top op 1248 meter. Na een korte afdaling kwamen we aan op het kruispunt van routes, waar Ignacio ons zou oppikken. Hij was er nog niet. Moe en voldaan ploften we op de grond neer en we aten een bagel met guacamole en kaas.
Wandeling 2: Rondwandeling vanuit Montoro de Mezquita
We waren blij dat we vandaag niet in een auto hoefden te zitten. Onze wandeling begon pittig met een klim van anderhalf uur. Daarna hoefden we nauwelijks meer te stijgen. In de koele schaduwzijde van de berg liepen we over een smal stenig pad. Na een half uur passeerden we een kapel met de naam Ermita de San Pedro de la Roqueta. We vervolgden onze route tussen naaldbomen, die heerlijk geurden. Er kwamen vijf vale gieren over, die zich lieten dragen door de thermiek.
Het viel ons op hoe heerlijk stil het hier was.
We kwamen op een plateau waar we in de zon over een golvend pad liepen langs lage en hoge struiken. We konden ver kijken en er was geen mens te bekennen. Wel zagen we vrolijkstemmende vlinders, die fladderden in de zonnestralen.
Het pad ging naar beneden en in de verte zagen we een asfaltweg die slingerde door het berglandschap. Af en toe hoorden we het geluid van een auto. Het wandelpad kwam op de asfaltweg uit bij Hostal la Trucha. We betraden het pand, want dit was de enige keer dat we tijdens onze wandelingen langs horeca zouden komen. De ober was een aimabele man, die vertelde dat hier vroeger de eerste bankbiljetten van Spanje werden gedrukt.
Nadat we onze thee hadden opgedronken, namen we afscheid en daalden we af naar de rivier. Net als de dag ervoor was er in de middag veel bewolking. Aan de rand van het water vlak bij een steile wand van meer dan 100 meter hoog stopten we om te gaan lunchen. Drie vale gieren vlogen over. Af en toe gingen ze even op de rotsen zitten.
In Spanje lopen de koeien los door de bergen. Een drietal stond aan de andere kant van het water naar ons te kijken. Ze waren ook aan onze kant van de rivier geweest want op het wandelpad lag overal koeienstront.
Toen we weer in de benen kwamen, troffen we een grote koe op het pad. Omdat we geen ruimte hadden om eromheen te lopen, wachtten we even af. De koe keek ons aan, kwam langzaam in beweging en maakte het pad voor ons vrij. Ze was abnormaal breed en overduidelijk zwanger. Binnenkort zou ze bevallen.
Niet veel later stuitten we op de volgende hindernis. In de rots waren op één meter hoogte boven de rivier vier ijzeren treden bevestigd. Er hing een stalen kabel waaraan je je kon vasthouden. Als we droge voeten wilden houden, dan moesten we het kunstmatige pad volgen. We vonden het een leuk obstakel, en ook een klein beetje spannend.
Montoro de Mezquita
In het gehucht Montoro de Mezquita woonden 8 mensen, 3 katten en 1 hond. Er was een bushalte en een brievenbus, en er was Casa Rural El Bailador. Wij sliepen daar en Mario zorgden voor ons. Hij maakte het ontbijt voor ons klaar en gaf ons een lunchpakket mee. Hij bereidde op liefdevolle wijze het avondeten en volgde daarbij de familierecepten, die zijn moeder hem had geleerd. We kregen stevige maaltijden, vaak met varkensvlees.
Grootvader Tomás had het huis ongeveer 100 jaar geleden gekocht. Tijdens de Spaanse Burgeroorlog moest de familie het huis verlaten en naar het nabijgelegen Aliaga verhuizen. Nadat het huis 60 jaar niet bewoond was geweest, besloot Mario om het te gaan verbouwen en er een Casa Rural van te maken. Hij deed er 33 maanden over. Mario had oog voor detail en het huis was grandioos geworden. Het was een fijne plek om te zijn.
Wandeling 3: Tocht door twee kloven van de Guadalope-rivier
Rond 7 uur in de ochtend begon een haan herhaaldelijk te kraaien. Het regende zachtjes. In de verte hoorde ik een donderslag. Vandaag stond de tocht door twee kloven op het programma die eindigde bij een stuwmeer. Daarna zouden we de route teruglopen. In de beschrijving stond dat het een wandeling is die je alleen met goed weer moest doen. We keken elkaar aan en besloten te vertrekken zodra het droog was. Als het water in de engte te hoog stond, dan zouden we onze wandeling afbreken en omkeren.
Om kwart voor 10 was het eindelijk zover en begonnen we aan ons avontuur. Ik had mijn wandelstokken meegenomen, want ik wist dat natte stenen glad kunnen zijn. Tussen laagvliegende zwaluwen liepen we het dorp uit. Een Spaanse inwoonster vroeg ons om voorzichtig te zijn. ‘De kloof is heel nauw’, zei ze in het Spaans, ‘het water kan daar snel stijgen.’
We liepen de eerste nauwte in. Op bepaalde delen had men vlonders of roosters aan de rotsen vastgemaakt en was het water meters van ons vandaan. Op andere stukken wandelden we langs de snelstromende rivier door een groene oase van grassen en planten.
Tussen de twee kloven waren een paar akkers, een viskwekerij en een asfaltweg die de viskwekerij met de rest van de wereld verbond.
In de tweede kloof lagen veel rotsblokken. Klimmend en klauterend zochten wij behoedzaam onze weg. Om half twee bereikten we het stuwmeer, dat vroeger bij een elektriciteitscentrale hoorde. We gingen op de grond zitten en aten het stokbroodje met omelet op dat Mario voor ons had gemaakt. Het was 7 graden koeler dan de dagen ervoor, en dat was een fijne wandeltemperatuur.
Het begon zachtjes te regenen, maar niet heel lang. We hadden bijna 4 uur nodig gehad om 9 kilometer te overbruggen. Dat was niet snel. We waren voorzichtig geweest en voorzichtig zijn kost tijd.
Op de terugweg kwamen we op een rots ineens oog in oog te staan met twee hertjes. Seconden lang keken we elkaar aan. Toen gingen de twee er razendsnel vandoor.
Later in een bomenrijk gedeelte hoorden we een krijsend geluid en kwamen we wederom een wild dier tegen. Een eekhoorntje zat op ooghoogte stil tegen de stam van een boom geklemd. Hij klom langzaam omhoog en bleef geluidjes maken. Hij deed dit om zichzelf en zijn territorium te beschermen.
Nadat we 7 kilometer terug hadden gelopen gaf de track aan dat we via een andere route naar het dorp zouden gaan. We begonnen aan een stevige klim en daarna hield het pad abrupt op. Aan de rotswand hingen stalen kabels en had men beugels aan de rotswand vastgemaakt waarop je kon gaan staan. Het verraste ons. De vier traptreden van gisteren waren, met de kennis van nu, een peulenschil geweest. We borgen onze wandelstokken op, want we hadden onze handen nodig om dit technisch lastige traject veilig te overbruggen.
Terwijl we stapje voor stapje verder gingen hoorden we een hoog fluitend geluid vlak boven ons. Vier berggeiten, een gezinnetje met twee jongen, passeerden ons. Ze versnelden de pas toen ze ons zagen.
Afgepeigerd en voldaan kwamen we in het huis van Marco aan. Na een drankje en een lekkere douche namen we plaats aan de eettafel. We waren halverwege onze vakantie en we hadden al heel veel meegemaakt.
Ik heb deze blog in tweeën gesplitst. Klik hier verder te gaan met het tweede deel.
ha Carolien, dank voor je mooie blogs! Het was een mooie reis met heel veel indrukken. Logisch dat het twee blogs zijn geworden 😉 en dat je toch ook nog veel hebt moeten laten.
Ik zou nog willen noemen dat je zo heerlijk Spaans hebt gekletst met die en gene tijdens deze reis. Dat was toch echt een oogst van alle tijd die je het afgelopen jaar in het leren van deze mooie taal hebt gestoken. Het was heel erg leuk om te merken dat het werkt en daarin weer heel inspirerend!
Dank je wel voor je reactie Lisette. We hebben samen een geweldige reis gemaakt. Een memorabele reis, zou ik willen zeggen.
Ik besteed al meer dan een jaar elke dag tijd aan een Duolingo. De ene keer kost het me meer moeite dan de andere keer. Ik was gemotiveerd om het te doen, want ik wist dat we samen naar het platteland van Spanje zouden gaan. Je gaf aan dat je Spanje een heel leuk vakantieland vindt. Ik hoop dat het niet bij deze ene vakantie blijft.
Wauw wat hebben jullie een mooie reis gemaakt door de natuur. Prachtig die kloven en snel stromende beken. Fa gelijk deel 2 lezen.
De reis was indrukwekkender dan ik vooraf had gedacht. Als je door een kloof loopt en je komt geen wandelaars tegen, dan ervaar je extra hoe mooi de natuur kan zijn.
Mooi beschreven. Zit in de familie.
Dank je wel voor je compliment, Martien.
Ik ben een dochter van mijn vader.