Het startpunt was het Gelderse Hedel aan de Maas, omdat ik daar een fiets kon huren bij herberg De Zwaan. Jolanda had haar eigen fiets meegenomen. In het eerste uur hadden we al 2 waterburchten, 3 jetski’s, 6 vrijgezellenfeest vierende vrouwen op een Solex met naaldhakken en 7 loopbandfietsen gezien.
Die loopbandfietsen ben ik nooit eerder tegen gekomen. Het is het meest onzinnige vervoermiddel dat ik ken. Als je buiten wilt wandelen, dan neem je toch gewoon de benenwagen!
We waren een uur onderweg en de mooiste plekjes lagen nog in ons vooruitzicht. We fietsten door vestigingsstad Heusden met de lieflijke straatjes en de eeuwenoude paden. We bezochten kort vestingstad Woudrichem dat door de bewoners Woerkum wordt genoemd. En we bekeken Slot Loevestein waar in vroegere tijden ridders, soldaten en gevangenen hebben rondgelopen.
Het fietspad na het middeleeuwse kasteel was schitterend. Het doorsneed het natuurgebied Munnikenland. Dit is een prachtig ruig landschap met een grote verscheidenheid aan (water)planten. Grote grazers, zoals de Konikpaarden, lopen er vrij rond.
Ieder jaar gaan Jolanda en ik een weekend fietsen en elke keer komen we tijd te kort. In Woudrichem zouden we langer gebleven zijn als de voetveer ook ’s avonds zou varen. Nu moesten we ons haasten om de laatste overvaart van 17:30 uur te halen.
Pipowagen
Het begon al donker te worden toen we een tikkeltje uitgeput bij onze overnachtingsplek in Zaltbommel aankwamen. We hadden een pipowagen met glas in loodramen geboekt die midden in een biologische tuinplantenkwekerij stond.
We zouden te midden van de bloemen wakker worden, maar dat was helaas niet zo. Het bloeiseizoen was al voorbij. De kwekerij was enigszins verwaarloosd. Misschien waren de eigenaars ietwat lui geworden, sinds ze pipowagens verhuurden. Op het terrein stonden nog vier andere wagens van verschillende afmetingen. Ze waren allemaal verhuurd.
We moesten zelf onze bedden opmaken en na gebruik zelf afhalen. Dat van die lanterfanters klopte dus.
Het ontbijt was niet inbegrepen. Als je ergens één nacht verblijft, dan ga je geen inkopen doen voor het ochtendmaal. In plaats daarvan ga je uit eten. Het was zondag en we konden alleen bij Van der Valk terecht. Het werd een onverwacht feestje. Er was een enorm aanbod aan lekkere etenswaren en het was er aangenaam warm. De pipowagen was heel knus en gezellig, maar wat hadden we het koud toen we wakker werden!
Zaltbommel
Na veel gegeten te hebben fietsten we eerst Zaltbommel in. We gingen de stad bij daglicht bekijken. Jolanda wilde op de foto met het Jip en Janneke beeld aan de Waalkade en ik wilde een kiekje met de Sint-Maartenskerk.
Als je over de A2 naar het zuiden van het land rijdt, dan kom je langs Zaltbommel en zie je een kerktoren zonder spits. Dit is de Sint-Maartenskerk. Over die torenspits is een liedje gemaakt, dat ik vroeger zong als ik op kamp was. Het liedje gaat zo:
In die grote stad Zaltbommel, bommel
Heerste grote watersnood
En zo menig arme drommel, drommel
Die niet zwemmen kon ging dood
Refrein:
En te midden van die rommel, rommel
Dreef de torenspits van Bi-Ba-Bommel
En te midden van die rommel, rommel
Dreef de torenspits in ’t rond
Er zijn nog 10 andere coupletten, maar die kon ik nooit onthouden. Net zoals ik van het Wilhelmus ook alleen het eerste couplet weet. De volledige tekst kun je vinden op de website van de www.bommelerwaardgids.nl.
De torenspits viel trouwens in wekelijkheid niet naar beneden door een overstroming, maar door brand na een blikseminslag. Hoe een liedje je jarenlang op het verkeerde been kan zetten.
Dorpjes aan de rivier
We verlieten de stad en fietsten over een mooi fietspad langs de Waal. Bij Heerewaarden stapten we af om het vijfhoekig fort St. Andries en de uitkijktoren te bekijken. Van het fort was weinig meer over, nadat de Duitsers het hadden opgeblazen in de Tweede Wereldoorlog. De betonnen luchtwachttoren dateerde van 1955 en stond nog fier overeind. Het was gebouwd om laagvliegende vijandelijke vliegtuigen uit Rusland waar te nemen. We klommen naar boven en kropen even in de huid van de vrijwilligers die de post jarenlang hadden bemand in de Koude Oorlog.
Een vast onderdeel van onze ritten door het schone Nederlandse rivierenlandschap zijn de overtochten naar de andere kant van het water. We nemen het liefste de kleine voetveren, waar de schipper je begroet alsof je een bekende bent. Bij Heerewaarden is zo’n pontje. Het was inmiddels kwart over drie geworden en we besloten onze route in te korten en hier de Maas over te steken. We zagen geen veer, maar wel een briefje met het telefoonnummer van de schipper.
We hoefden niet lang op hem te wachten. De vaartocht was dit keer extra leuk, omdat we niet alleen de Maas overstaken, maar ook De Lithse Ham. We meerden aan bij een vakantiepark met chalets. Het was een prachtige zomerse dag, maar het recreatiegebied lag er triest en verlaten bij.
Zes kilometer verderop staken we nogmaals de Maas over; nu met een veerpont die geschikt was om auto’s te vervoeren. We reden verder over de Veerweg en kwamen in Alem uit. Dit is een mooi dorpje met twee kerken, een herberg, een grafheuvel uit 1870 en een voetbalclub. We waren gecharmeerd van het dorp en vonden het veel leuker dan Rossum, dat de Parel van de Bommelerwaard wordt genoemd.
Om zeven uur keerden we terug in Hedel. Ik leverde mijn huurfiets in en Jolanda bond de hare op haar auto.
Het was weer voorbij die mooie fietstocht.
Die fietstocht door het fraaie rivierenlandschap.
Ah, je dacht dat er geen einde aan kon komen.
Maar voor je ’t weet is heel die fietstocht al weer lang voorbij.
Полезно