Op zwarte zaterdag reed ik naar Goeree-Overflakkee. Ondanks dat veel Nederlanders dit jaar in eigen land op vakantie gaan, was de verkeersdrukte te overzien. Alleen op de N57, waar slechts één rijstrook was en vele rotondes, had ik 10 minuten vertraging.
Jolanda had me uitgenodigd om naar Ouddorp te komen, waar zij een vakantiebungalow had gehuurd. Ze stond op het grindpad op me te wachten, samen met haar vijfjarige zoon Daan. Ik had vaker tijd met hem doorgebracht, maar het was te lang geleden voor hem om het nog te herinneren. We gingen een fijne tijd met z’n drietjes tegemoet.
Ik deed dingen die ik al jaren niet meer had gedaan, zoals tekeningen inkleuren en zandkastelen bouwen. Dat inkleuren vond ik in eerste instantie niet zo boeiend. Maar toen de formule 1 wagen van Max Verstappen eenmaal af was en we aan de volgende schets begonnen kreeg ik lol in deze activiteit. Het was heel ontspannend.
De omgeving van Ouddorp
De omgeving van Ouddorp bleek verrassend mooi te zijn. Vooral de gebieden die door de zee en de wind waren gevormd waren het mooist. Elke dag fietsten we naar een natuurgebied om het te voet te gaan bekijken. Daan was een goede loper en we maakten soms zelfs tochten van 5 en 6 kilometer. Als een pad kronkelt en er zijn routepaaltjes waar je naar toe kan rennen om te kijken welke kant je uit moet, dan houden kinderen het heel lang vol. Als de route over eindeloos lange rechte wegen gaat, dan haken ze direct af. Ik snap dat wel, want ik hou er ook niet van.
We verkenden de Kwade Hoek, waar in vroegere tijden veel schepen vastliepen op de zandbanken voor de kust en waar heden ten dage de zee voor overstromingen zorgde. We wandelden door Volgerland, waar we huiszwaluwen, brandganzen en een kievit zagen. Bij de kreek ontdekten we een groepje witte vogels. Het zouden lepelaars kunnen zijn, maar ze waren zo ver van ons vandaan dat we de snavels niet goed konden zien en dus niet wisten of ze lepelvorming waren. Op de weg terug door de duinen stond een hertje onverstoord aan een struik te knabbelen.
We bezochten de Middenduinen, een prachtig binnenduingebied waar waterwinning en natuurbeheer hand in hand gaan. We liepen langs vennetjes en over bruggetjes. Herkauwende zwart-witte koeien lagen lui op de grond. Een kudde wilde paarden trok voorbij.
We bezichtigden het bunkercomplex De Punt, vlak bij de Brouwersdam. De Duitsers hadden het aangelegd in de Tweede Wereldoorlog om Goeree-Overflakkee te verdedigen tegen een invasie van overzee. Een paar jaar na de oorlog verdwenen de bunkers tijdens een storm onder het zand. De vijf grootste betonnen verdedigingswerken bleven zichtbaar, maar werden snel daarna overwoekerd door het duinstruweel. In 2011 gingen vrijwilligers aan de slag met een emmer en een schep om de bunkers weer zichtbaar te maken. Ze legden een looproute aan en plaatsten panelen met informatie over de oorspronkelijke functie van de gebouwen.
We volgden die route en moesten door het mulle zand om de vijftien uitgegraven bunkers te kunnen zien. Het was de moeite waard. Naast de Punt was een natuurgebied waar we gingen picknicken. We streken neer bij een duinmeertje, waar Daan met zijn blote handen een geul graafde aan de waterkant. Hij moest het doen zonder zijn emmer en scherp, want die hadden we niet meegenomen.
Op de laatste dag fietsten we naar de Slikken van Flakkee, maar het was er zo warm, dat we er niet lang bleven. De oplopende temperatuur was een voorbode van de hittegolf die ging komen.
Daan
Van vroeger herinnerde ik me dat Daan nauwelijks sprak. Dat was helemaal bijgetrokken, want hij kletste nu de oren van de kop. Het was niet altijd even goed te verstaan en hij verving de letter ‘r’ door de ‘l’. Daardoor moest ik moeite doen om hem te begrijpen. Schrikken en slikken zijn immers heel verschillende woorden en ook rood en lood hebben weinig met elkaar te maken. Ik ging er aan wennen, maar als de context ontbrak, dan snapte ik er niets van.
Jonge kinderen leren veel in korte tijd. Aan het einde van mijn verblijf wist hij precies hoe hij beleefd in een volzin om het koekje kon vragen, dat ik in de horeca bij mijn thee geserveerd kreeg. Ik leerde ook van hem, want hij liet me zien dat je ook door de andere kant van een verrekijker kunt kijken.
We hadden een fijne tijd met z’n drietjes gehad. De dagen waren voorbij gevlogen. Met pijn in mijn hart nam ik afscheid en ging ik terug naar Amsterdam.