Iedereen die luistert naar de dagelijkse podcast ‘Weer een dag’ van Marcel van Roosmalen en Gijs Groenteman wist dat van eerstgenoemde de bundel Totaal was verschenen met zijn allerbeste rapportages. Iedereen wist ook dat het boek op hemelvaartsdag zou worden gepresenteerd in Wormer. Hij had er dag in en dag uit op een vermakelijk manier over verteld. De vele herhalingen hadden effect, want ik overwoog om naar Wormer te gaan.
Ik zou de boekpresentatie kunnen combineren met een wandeling in de buurt. Ik kom zelden boven het Noordzeekanaal en dus bijna nooit in de Zaanstreek. Dit was een uitgelezen kans om een onbekend gebied te leren kennen. Ik opende op mijn telefoon de kaart met wandelpaden en zette een route uit. Ja, mijn besluit was nu definitief: ik ging de happening in Wormer bijwonen én wandelen door het Wormer- en Jisperveld.
Een wandeling door het Wormer- en Jisperveld
Even voor elf uur parkeerde ik mijn auto in de Dorpsstraat van Wormer, een paar honderd meter van herberg Het Moriaanshoofd, de plek waar om 16.00 uur het feest ging beginnen.
Ik wandelde de Dorpsstraat uit in oostelijke richting. In de bocht naar Jisp begon het Oosteindepad, dat dwars door veenweidegebied liep. Een groot bord hield me tegen. Het wandelpad was dicht. Alleen tussen 15 juli tot 15 oktober was het geopend. Ik baalde, want ik moest iets anders verzinnen. Iets anders dat vast en zeker minder leuk zou zijn. Ik besloot naar Jisp te lopen en na 3 kilometer verder te gaan over het graspad langs de Wijdewormer ringdijk.
Jisp bleek een lintdorp langs een wetering te zijn waar de mussen tjilpen en de vrouwen tuinieren. Jisp was ook een dorp met een rijk verleden. Een informatiebord vertelde over de beschuitbakkerij die in 1640 floreerde. Daarna ging de bewoners over op de walvisvaart. Het was de periode waarin de waterwegen nog in een open verbinding met de Zuiderzee stonden.
Ik liet het dorp achter me en de stenen ondergrond veranderde in een asfaltweg. Ik zuchtte, want ik had nog 1,5 kilometer te gaan voordat ik op de dijk was. Omdat aan beide kanten van de weg weilanden te zien waren met veel vogels erin, was de tocht geen martelgang. De spreeuwen, grutto’s en kieviten waren druk in de weer en deden hun ding. Het was een feestje om naar hen te kijken.
In het riet aan mijn linkerzijde zat een klein bruin zangvogeltje met een opvallende beige wenkbrauwstreep. Aan de rechterkant van de weg waren een man en een vrouw van de fiets gestapt om naar de vogel te kijken. Aan hun lichaamshouding zag ik dat ze nog niet wisten welk vogeltje het was. “Het is een rietzanger”, zei ik in het voorbijgaan. De man keek mij dankbaar aan, maar de vrouw antwoordde op bitse toon: “Dat hebben wij nog niet vastgesteld.” Ik besloot niet te reageren en ik vroeg me af: “Waarom zijn sommige vrouwen toch zo bitchy? Was het onzekerheid? Was het jalousie?”
Eenmaal op de dijk zag ik rechts van mij de kruidenrijke graslanden, links de ringvaart met daarachter het raaigras en de koeien van de Wijdewormer polder, en onder mij de uitwerpselen van schapen. Een paar honderd jaar geleden zou ik overal poldermolens opmerken, die het water uit de laagliggende polders de ringvaart inpompten. Ik zou de schoorstenen van de traankokerijen gadeslaan, die het spek van walvissen verwerkten tot traan.
In een ondiepe plas zag ik een kluut, één van mijn favoriete vogels. De zwart-witte elegante steltloper met de lange blauwgrijze poten was met zijn lange gebogen snavel in de modder aan het wroeten. Hij was op zoek naar voedsel.
Ja alles alles kan een mens gelukkig maken,
een zingende merel, de aanblik van een kluut.
Ja alles alles kan een mens gelukkig maken,
de zon die doorbreekt, een glas frisse brut!
Wat zijn vogels toch een verrijking van je wandeling! Ik wist op dat moment nog niet dat de mooiste waarneming van de dag nog moest komen.
Waar het Kerkepad uitkomt op de Engewormer was een weiland onder water gezet. Vele vogels waren op het gebied afgekomen, zoals zes grote bergeenden en twee kleine tureluurs. Mijn aandacht werd getrokken door een vogel met een ongewoon uiterlijk. Ik pakte mijn verrekijker erbij en ging beter kijken. Het was een zwart-witte steltloper met extreem lange roze-rode poten. Het was de steltkluut.
Een mevrouw op de fiets stopte naast mij en vroeg of ik de steltkluut had gezien. “Ja”, zei ik en ik wees hem aan. Ze had de vogel zojuist aangemeld op waarneming.nl. “Vorige week heb ik hier ook eentje gezien”, vertelde ze me voordat ze wegreed.
Niet veel later stopte een auto. Een man pakte een verrekijker en stapte uit de auto. “Komt u voor de steltkluut?”, vroeg ik hem. Hij knikte. Hij had pech, want de vogel was gevlogen.
Omdat ik mijn wandelroute had moeten aanpassen was ik veel te vroeg in Wormer terug. Ik liep langs de Vomar waar Marcel wel eens slagroomsoesjes kocht. Ik passeerde een replica van de Beschuittoren en vroeg me af wat de link was tussen een toren en scheepsbeschuit. Google gaf antwoord. De oorspronkelijke toren werd in 1620 gebouwd om beschuitbakkers te waarschuwen dat ze hun ovens moesten doven of weer aan mochten steken. De ovens moesten afkoelen om het brandgevaar te beperken. Er waren in de 17e eeuw zo’n 130 beschuitbakkerijen in Wormer en Jisp.
Bij snackbar Wormer kocht ik een oliehoorn met softijs en ging de traktatie op mijn gemak op het terras opeten. Daarna wist ik niet meer hoe ik de tijd moest volmaken en liep ik alvast naar Het Moriaanshoofd.
Boekpresentatie Totaal
Ruim een half uur te vroeg kwam ik bij het café aan. De deuren waren nog dicht. Er stond een lange rij mensen te wachten voor de voordeur. Een filmploeg van RTL Boulevard maakte opnames.
Eenmaal binnen ging ik in een nieuwe rij staan, omdat ik graag een exemplaar van Totaal wilde kopen. Ik had mezelf voorgenomen dat ik pas het pand mocht verlaten als mijn boek door Marcel was gesigneerd.
Je kon bij de bar gratis drankjes bestellen. Twee dames brachten hapjes van slager Gijs Tange rond. Ik zag Marcel een paar keer langslopen. Hij was in het zwart gekleed en had witte Adidas sneakers aan met zwarte strepen. Zijn brede schouders waren gebogen.
Una Paloma Sanchez van uitgever Meulenhoff gaf een speech in het Spaans. Op de plek waar ik stond was ze moeilijk te verstaan. Daarna was het de beurt aan Marcel, die gelukkig veel luider sprak. Zijn toespraak kun je beluisteren op YouTube (1:12). Na de plichtplegingen kon de signeersessie eindelijk beginnen.
Voor de derde keer die dag ging ik in de rij staan en ik was dit keer redelijk snel aan de beurt. Op een stoel naast Marcel zat Gijs Beukers, de jonge reportagemaker van de Volkskrant. Hij had Marcel de afgelopen tijd gevolgd. Zo was hij bij zijn papadag en zijn autorijles geweest. In de podcast had Marcel hem “the fly on the wall” genoemd. Beukers tekende het boek, op mijn verzoek. Zijn verhaal kwam dinsdag in de krant. Ik beloofde hem dat ik het zou gaan lezen.
Ik liep door naar het achterste gedeelte van Het Moriaanshoofd, omdat ik wist dat Gijs Groenteman daar was. Ik wilde hem strikken voor een handtekening. Ik gaf hem mijn pen en hij tekende met een glimlach. Achter mij was een korte rij ontstaan van mensen die ook een krabbel van Gijs wilden hebben. “Carolien, mag ik je pen even?”, vroeg Gijs aan me. Hij sprak mijn naam uit met een gemak waar ik even perplex van stond. Ik herpaktebme en gaf hem de met reclame bedrukte pen. Nadat hij twee boeken had gesignaleerd, raakte mijn geduld op en zei ik gedecideerd “Dit wordt het laatste boek. Daarna wil ik mijn pen terug.”
Toen ik het schrijfmiddel weer in mijn hand had liep ik naar Aaf Brandt Corstius, de echtgenote van Gijs. “Ja, maar ik heb niets met het boek te maken”, sputterde ze even tegen.
Een man tikte me op mijn schouders. “Mag ik je pen even lenen? Ik wil een handtekening van Eva Hoeke.” We liepen samen naar de vrouw van Marcel en de columniste van Volkskrant Magazine. Ik had haar columns altijd overgeslagen, omdat je niet alles kunt lezen wat in de krant staat. Toen ik een maand geleden hoorde dat ze de vrouw van was, werd ik nieuwsgierig en begon ik haar stukjes te lezen. Ik was meteen fan.
“Waar komen jullie vandaan?”, vroeg Eva. De man legde uit dat hij mij had meegenomen vanwege mijn pen. Hij kwam uit Hoofddorp. Nadat hij een handtekening had gekregen droop hij af en richtte Eva haar aandacht op mij. We hadden een plezierig gesprek. Eva had niet alleen een aangename schrijfstijl, ze was ook een heel leuke vrouw.
Met mijn 800 pagina’s tellend boek gesignaleerd door vijf schrijvers dan wel podcastmakers verliet ik het pand. Ik had een superdag achter de rug. Ik had de kluut en de steltkluut gezien ,en ik kon me de komende tijd gaan laven aan de 118 beste reportages van Marcel van Roosmalen.
Dit is de link naar de reportage van RTL Boulevard. Als de camera de wachtrij voor het Het Moriaanshoofd toont, dan kun je mij even zien na 1 minuut en 44 seconden.
Super leuk verhaal. Ik was bij rij 1 al afgedropen ben ik bang, maar je ziet de volhouder wint@
Ik was helemaal naar Wormer gereden met een doel: ik wilde een gesigneerd exemplaar van Totaal. Daarvoor moest ik in 3 rijen staan. Ik heb het gelaten ondergaan. De beloning was groot: ik ben niet alleen een rijk gesigneerd boek rijker, maar ik heb ook prachtige vogels waargenomen. Als bonus had ik ook inspiratie om een blog te schrijven. Win, win, win.
Mooi verhaal. Mooie geformuleerd. Mooie mensen Marcel en Eva.
Dank je wel, Walter. Marcel en Eva zijn inderdaad mooie mensen.
Carolien heeft weer een aanstekelijk informatief verhaal geschreven. Ik ben ook fan van Marcel van Roosmalen. Als Carolien een boek uitgeeft ga ik ook in de rij staan 🙂
Dank je wel voor je mooie reactie, Frank. Als ik ooit een boekenpresentatie geef, dan krijg je een persoonlijke uitnodiging.
Wat leuk te lezen dat ik uw blog gehaald heb (ik was die gene uit Hoofddorp die u sprak).
Alle geweldige mensen inderdaad op ieder een fantastische manier.
Ik vind het op mijn beurt heel leuk dat u mijn blog gevonden heeft en een reactie heeft achtergelaten. Dank daarvoor.