We kozen natuurgebied Willeskop uit, omdat we zin hadden in een vogelrijke wandeling over onverharde paden. Het gebied lag vanuit Amsterdam gezien aan de andere kant van het Groene Hart. Na een autorit van zo’n 70 kilometers stapte ik uit mijn auto en vijf minuten later tuurden we aan de rand van een grote plas door onze verrekijkers. In de verte dobberden honderden vogels op het water. Het waren grauwe ganzen en smienten.
Op anderhalve meter van ons vandaan vlogen opeens twee grote vogels uit een struik. Het duurde een paar seconden voor we herkenden dat het velduilen waren. Nooit eerder hadden we deze prachtige beesten van zo dichtbij gezien. We waren verstomd en tegelijkertijd in verlegenheid gebracht. Als de uilen niet hadden bewogen, dan hadden we ze over het hoofd gezien.
We waren vaker in Willeskop geweest. Het gebied bestaat uit 1/3 water, 1/3 uit land en 1/3 uit moeras. Het is door de mens gecreëerd, zoals eigenlijk alle natuur in Nederland. Tot 2002 graasden er nog koeien. Tegenwoordig is het een plek waar veel vogels rusten en broeden.
We liepen tussen wilgen en elzen over historische houtkaden en maakten een rondje van 7,5 kilometer door het gebied. Er stond een harde koude wind, die in de loop van de dag steeds warmer werd.
We hoorden de kenmerkende roep van de scholekster en vanaf dat moment zagen we de luidruchtige steltlopers overal om ons heen. Op een landje waren verschillende soorten vogels aan te rusten. We pakten opnieuw de verrekijker erbij. Tussen de grauwe ganzen en smienten liepen drie grutto’s rond. Ze zochten naar voedsel. Het waren de voorlopers van een groep van duizenden grutto’s die in maart van Afrika naar Nederland vliegen. We worden altijd blij als we onze nationale vogel ontdekken. Onze dag kon dus niet meer stuk, na het zien van de velduilen en de oer-Hollandse weidevogels.
De verschrikkelijke oorlog in de Oekraïne was de 17de dag in gegaan en de gevolgen waren voelbaar in Nederland. De olie- en gasprijzen bereikten een recordhoogte. Steeds meer huishoudens konden de energierekening niet meer betalen. Een liter benzine was nooit zo duur geweest. De oorlog maakte me somber en het deed me goed om in de rustgevende natuur te zijn, en omringd te zijn door levendige vogels.
Het rondje van 7,5 kilometer was ons te kort en we besloten over houtkaden richting Polsbroek te wandelen. De lage dijkjes waren in de Middeleeuwen door boeren gemaakt om het water uit de nog onontgonnen gebieden tegen te houden. Ze hadden ze beplant met hakhout.
We liepen vijf kilometer lang in een rechte lijn. Normaal gesproken is dit super saai, maar nu niet. Links en rechts van het pad stonden bomen met daarachter een brede sloot. Tussen de bomen door keken we uit over oneindig grasland. Of zoals Lisette zei: “De groene woestijn”. In de bomen zaten zingende en roepende vinken, koolmeesjes een paar winterkoninkjes en een appelvink. Het was een vrolijke boel. Er verbleven hier waarschijnlijk veel meer vogelsoorten, wisten we na ons treffen met de uilen in de ochtend: Als het niet beweegt en geen geluid maakt, dan ontgaat het ons.
In de woestijn van Engelse raaigras waren boeren druk in de weer met het uitrijden van mest. Honderden kokmeeuwen kwamen erop af, op zoek naar de wormen die uit de grond omhoog kwamen. Tussen de kokmeeuwen zaten ook stormmeeuwen. Een vogelaar had ons zojuist verteld dat je de vogels in de wintermaanden overal in de weilanden tegenkomt. Ze lijken op een zilvermeeuw, maar ze zijn kleiner. Ze hebben donkere in plaats van felle ogen, geelgroene in plaats van roze poten en een dunnere en kleinere snavel. Met deze nieuw verkregen kennis speurden we in elke grote groep kokmeeuw naar de stormmeeuw. Tot er er genoeg van hadden en we gingen verlangen naar een terrasbezoek.
Oudewater was in de buurt en we reden ernaar toe. Het oudste stadje van het Groene Hart lag aan de monding van het riviertje de Lange Linschoten en zag er fraai uit met zijn monumentale panden en historische geveltjes. We stopten bij het eerste de beste terras, want we waren te moe om verder te zoeken. Onder het genot van een kop thee, koffie en een portie bitterballen kwamen we langzaam bij. We hadden een voortreffelijke en memorabele dag achter de rug.