De dochter van de kanoverhuur deed voor hoe je het beste van een steiger in de kajak kon stappen. Lisette en ik deden haar na en soepeltjes namen we plaats in de blauwe eenpersoonskajaks. Het blauw zwemvest hadden we onder elastieken aan de bovenzijde van de kano gebonden. We wilden ze eerst niet meenemen, maar als we op de Zuideinderplas zouden omslaan, dan zou de boot vol met water lopen en waren we gedwongen om het hele eind terug te zwemmen.
Het was een prachtige dag om het water op te gaan. De zon scheen uitbundig en er stond weinig wind. Er waren wel een paar onweersbuien voorspeld, maar die zouden pas in de avond verschijnen, als wij allang weer thuis waren.
Het contrast met drie dagen geleden was inmens. In grote delen van Nederland had storm Poly toegeslagen. Het was de zwaarste zomerstorm sinds de windkrachtmeting in 1901. Bij mij in Amsterdam lagen de straten vol met afgerukte takken en bladeren. Hier en daar was een boom omgevallen. Tot mijn verbazing was in Zuideinde van zichtbare stormschade geen sprake.
We kajakten over de Meije, een veenriviertje bij Zwammerdam en de Nieuwkoopse plassen. Voor ons zagen we de watertoren De Meije. De 58 meter hoge toren was wit van kleur en had de vorm van een potlood. Als we de weg kwijt zouden raken, dan zou de watertoren ons richtpunt zijn.
We moesten even wennen aan de kajak. Het stoeltje was prima, maar als je even stopte met peddelen, dan week de kano direct van zijn koers af en en was het onderwerp dat je wilde fotograferen niet meer in beeld.
We sloegen linksaf de Kerksloot in en kwamen uit bij de Zuideinderplas. Het was heerlijk rustig op het open water: er waren geen boten, geen mensen en geen lawaai. Visdiefjes en zware sterns vlogen op 1 en 2 meter hoogte boven het wateroppervlakte. We hoorden alleen vogelgeluiden om ons heen, en af en toe een vliegtuig dat van of naar Schiphol vloog.
We peddelden heel ontspannen naar de overkant van de plas, waar de Oude Vaart was. We moesten nog een klein stukje, en dan waren we bij de plek waar een paar honderd purperreigers een kolonie hadden gevormd. We wisten dat ze daar zaten, omdat we op 21 mei hadden deelgenomen aan de excursie “Varen naar de purpereigers in de Nieuwkoopse Plassen” van Natuurmonumenten.
De excursie was gestart bij het terras van restaurant Tijsterman in Nieuwkoop. We stapten in een open fluisterboot met 20 andere vogelliefhebbers. Na een uur varen wees onze gids de sierlijke reigers aan met de kenmerkende bruinoranje nek met zwarte strepen. We waren zo opgetogen geweest, dat we een plan maakten om een keer terug te keren.
Zeven weken later was het zo ver en opnieuw vaarden we door de Oude Vaart. We hoorden het getetter van een groepje purperreigers. Ze zaten verborgen achter hoge struiken. Als we een vogel niet kunnen zien, dan zeggen we altijd tegen elkaar “horen is scoren“, maar deze keer namen we daar geen genoegen mee. We wachtten een tijdje en onze kajaks dobberden op het water. De vogels zouden zich vroeg of laat vanzelf laten zien. De Oude Vaart is een doorgaande vaarweg voor de pleziervaart en af en toe passeerden een motorboot ons.
Ons wachten werd beloond. In onze verrekijkers zagen we een grote vogel onbewegelijk in de top van een boom zitten. Ons hart maakte een sprongetje van geluk. Daarna zagen we de purperreigers vaker. Ze vlogen over, of landden ergens tussen de bomen. Lisette wilde graag haar waarneming delen met de roeiers en suppers die voorbij kwamen, maar niemand was geinteresseerd.
We zetten de kajak in beweging en roeiden richting de Meije. Het hoge riet belemmerde het zicht, maar toch was er genoeg te zien en te horen. Een meerkoetjong ging op de vlucht, toen hij ons opmerkte. Hij zwom zo hard als hij kon naar de kant van de vaart. Eenmaal bij een veld waterlelies aangekomen, sprong hij op de groene bladeren en vluchtte hij het riet in.
We maakten een bocht naar links en vaarden de Meije in. In de tuin op de hoek was een oude man het gras aan het maaien. Ik zag hem tussen de begroeing door. Hij had enkel een grote witte katoenen onderbroek aan.
Een fuut had een rode Amerikaanse rivierkreeft in zijn bek vastgeklemd en hij schudden het minutenlang. Daarna slikte hij de hele kreeft door.
De Meije is een kronkelige rivier en we konden nooit verder dan de bocht kijken. Dat maakte de tocht spannend, want je wist niet wat je verderop zou aantreffen. Aan de linkerkant zagen we het open natuurgebied van de Nieuwkoopse plassen en aan de rechterkant de huizen van het langgerekte lintdorp De Meije. Veel bewoners hadden een eigen bootje, die vaak onder een overkapping lag. In veel tuinen waren mannen aan het klussen.
Sneller dan verwacht waren we terug bij Kajak en SUP verhuurder De Meije. Het zat er weer op. We hadden een afwisselend rondje gemaakt door een natuurgebied en langs de bewoonde wereld van een lintdorp. Omdat de tocht heerlijk ontspannen was geweest, maakten we direct plannen om binnenkort nog eens te gaan kajakken.
Leuke blog weer!!!
Dank je wel, Carlien
Dat was weer genieten, ook prachtige foto’s
Fijn om te horen, Gery. Dank voor je reactie.