In de Great British Bake Off had ik ze vaak voorbij zien komen, de huisjes die gemaakt zijn van gingerbread. Het was kerstmis en dit was de gelegenheid om zelf aan de slag te gaan. Zo mooi als Mary Berry ze maakte, kon ik natuurlijk niet. Ik miste haar vaardigheden en ervaring.
Samen met Tess dook ik de keuken in. Het ontbrak ons aan zelfvertrouwen om een huisje vanuit het niets te creëren, maar met een bouwpakket van Lidl moest het lukken. De doos bevatte een mix voor gingerbread, een sjabloon, chocopastilles, poedersuiker, een spuitzak en stroop.
“Wie heeft de leiding?”, vroeg ik aan mijn nichtje, omdat ik niet geloof in democratie in de keuken. Zij antwoordde dat zij vandaag de chef wilde zijn.
We begonnen het maken van het deeg. Het was lastig om het uit te rollen zonder dat er barsten in kwamen. Ik had nu graag Marry Berry naast me gehad voor haar fijne tips&tricks.
We sneden de zeven onderdelen van het huisje uit, De voor- en achterkant, de twee zijkanten, de twee dankpanelen en de onderkant moesten een kwartier de oven in. Pas nadat de koek goed was afgekoeld, konden we verder.
In de tussentijd ging ik met mijn zus een wandeling maken over de Mookerheide. Tess bleef thuis en dook achter de playstation. Het was buiten heerlijk. Het regende voor de verandering niet, het was zacht voor de tijd van het jaar en het was fijn om even de benen te strekken en een frisse neus te halen.
Gingerbread heeft een lange geschiedenis. Wikipedia zegt dat het dateert uit de 15de eeuw. We kennen het vooral van het sprookje van Hans en Grietje. De kinderen worden door hun vader en stiefmoeder achtergelaten in het bos. Daar ontdekken ze een huisje gemaakt uit peperkoek (gingerbread) en snoep. Ze zijn uitgehongerd en beginnen te eten van het huisje. De bewoonster, een heks, roept dan de beroemde woorden: “Knibbel knabbel knuisje, wie knabbelt aan mijn huisje?”
Terug in de keuken begonnen Tess en ik met de assemblage. De glazuur moest alles bij elkaar houden. De onderdelen van het huisje waren in de oven groter geworden en pasten niet meer precies op elkaar. Bovendien waren de randen niet kaarsrecht meer. Opeens herinnerde ik me dat sommige amateurbakkers van de Bake Off en Heel Holland Bakt die problemen ook hadden gehad. We durfden geen rand van het koekjes af te snijden, bang dat het zou breken.
Wonder boven wonder stonden de vier muren van het huisje na veel mislukte pogingen zelfstandig overeind. Nu het dak nog. De dakpanelen bleven helaas niet zitten en gleden steeds naar beneden. De glazuur gedroeg zich niet als 3-componentenlijm. We gaven niet op en uiteindelijk wonnen we de strijd tegen de zwaartekracht: de bedekking bleef liggen.
We konden eindelijk aan de derde en laatste fase beginnen: het decoreren. Tess pakte de spuitzak met glazuur en maakte een patroon op het dak. Door het gewicht van de suiker ging het opnieuw schuiven. We werden er moedeloos van. Het maken van het huisje was helemaal niet zo leuk meer en we besloten het anders aan te pakken.
We gingen eerst de twee dakpanelen versieren en daarna vastlijmden aan de muren van het huisje. Dat lukte wonderbaarlijk. Het stond wel een beetje schots en schreef, maar het huisje zakte niet meer in elkaar. We waren trots. Dit was een mooie prestatie. Een optimale prestatie zelfs, want het was het maximaal haalbare.
Als Janny ons zou jureren bij Heel Holland Bakt, dan zou ze zeggen dat de koekjes goed gebakken waren. Robèrt zou afkeurend hebben opgemerkt dat we de volgende keer de chocopastilles zelf moeten maken en vooral dat we schoner moeten werken.
Als je zelf een keer aan de slag wilt gaan, lees dan Mary Barry’s gingerbread recept. Het is inclusief een downloadbaar sjabloon. Ik had het moeten doorlezen. Dan had ik geweten wat je moet doen om scherpe nette randen te krijgen.
Een leuk verhaal Carolien en volgende keer kijk ik weer met wat meer respect naar de amateur bakkers bij HHB. Het lijkt makkelijker dan het is 🙂