Het was vrijdagmiddag en ik reed naar Ouddorp. Alles was vertrouwd: de file op de N57, de aanrijroute, de leuk ingerichte vakantiewoning en natuurlijk Jolanda zelf. Zij gaat al 15 jaar naar de badplaats op de kop van Goeree, en ze had mij dit jaar weer uitgenodigd om een weekend langs te komen.
Het Tij
Na even gerelaxt te hebben met een kop thee, pakten we de fiets. We gaan altijd graag samen eropuit en we wilden de middag niet onbenut laten. Na een mooie rit door de duinen arriveerden we een half uur later in Stellendam. Ons doel was vogelobservatorium Tij, dat aan de rand van de Haringvliet lag. Zelfs als we geen enkele vogel zouden zien, dan was het gebouw op zich de moeite waard: het had de vorm van een ei van de grote stern, en het was 8 meter hoog en 11 meter lang.
Twee architectenbureaus hadden een houten constructie ontworpen, dat was afgedekt met riet. Het onderste deel kon bij hoogwater onder water komen te staan. Een YouTube filmpje van 75 seconden geeft aan hoe het in 2019 werd gemaakt.
Het Tij bood een geweldig uitzicht op de eilandjes waar vandaag zo’n 175 lepelaars stonden. Ze waren omringd door nog meer grauwe ganzen. Er was een broedeiland dat in gebruik was genomen door visdiefjes. Aan de andere kant van het vogelobservatorium keken we uit op een wand met gaten, waar af en toe oeverzwaluwen in doken. Ze hadden daar hun nest gemaakt. Een kleine zilverreiger liep parmantig door het ondiepe water. Een aalscholver droogde zijn vleugels aan de lucht. Dit was de mooiste vogelkijkhut van Nederland, en misschien wel van de wereld.
Het vertrouwde Ouddorp
Het voelde heel vertrouwd in Ouddorp, maar toch ontbrak er iets. Of liever gezegd ontbrak er iemand. Ik miste Daan, de 8 jarige zoon van Jolanda. Hij was er in de voorgaande jaren altijd bij geweest als ik op bezoek kwam. In de ochtenden, wanneer Jolanda nog sliep, schonk ik hem een glas melk of water in, en maakte ik een kop thee voor mezelf klaar. We kletsen wat of deden ieder ons eigen ding.
Na het ontbijt gingen we met z’n drieën fietsen en wandelen. En daarna of tussendoor gingen we vaak naar de speeltuin. Dat we dit jaar de speelterreinen links konden laten liggen was fijn. En dat we ’s avonds lekker uit eten konden gaan was ook prettig. Maar toch miste ik zijn sprankelende aanwezigheid.
Wandeling door de Middelduinen en de Kwade Hoek
Op zaterdag kwam Lisette langs voor een wandeling door de duinen van Goeree. Omdat het begon te regenen en het nog een uur duurde voordat het droog zou worden, stelden Jolanda voor om 30 seconds te gaan spelen. Binnen 30 seconden moest je 5 begrippen raden. Lisette en ik begonnen met lichte tegenzin aan het spel, maar al snel vonden we het leuk. We dachten sinds lange tijd weer even aan Connie Breukhoven, Dagobert Duck, The First Lady, de VARA en voetballers zoals Siem de Jong.
Tegen een uur of 12 was het droog en gingen wij naar buiten. We liepen over onverharde paden door het glooiende duinlandschap. Door herhaaldelijke verstuiving was het duingebied afgevlakt. Af en toe kwamen we langs vrolijkstemmende velden met wilde bloemen. Ze gaven jeu aan onze dag. In de Amsterdamse Waterleidingduinen tref je ze helaas niet, omdat de damherten daar alles kaal vreten. De enige bloemen die de herten laten staan is het Jacobskruiskruid. Ze eten het niet, omdat het een giftige plant is.
In de Kwade Hoek, een buitendijks natuurgebied, volgden we een graspad. Het was helder weer en we konden de havenkranen en de olieterminals op de Eerste en Tweede Maasvlakte goed waarnemen. We namen plaats op een bankje om een boterham te eten. Een paar hommels vlogen om ons heen. We letten niet op de insecten, totdat een van de hommels plotseling in het zand verdween. Een andere hommel volgde hem. Er zat een nest in de grond op een meter van onze voeten. We gingen ze tellen: er verdwenen in totaal 7 hommels in de aarde.
In de avond zetten Jolanda en ik de aflevering van Vroege Vogels op die ging over de Kwade Hoek. Het was leuk om meer te weten te komen over het gebied, waar we de middag hadden doorgebracht.
Wandelen in het Natura 2000-zandduinenreservaat ‘Voornes Duin’
De volgende dag reden Jolanda en ik naar het eiland Voorne-Putten. Op internet had ik een natuurwandeling van natuurmagazine Roots gezien die mijn aandacht had getrokken. We parkeerden de auto bij bezoekerscentrum Tenellaplas. Wat direct opviel was dat hier zoveel bomen waren en dat de hoogteverschillen groot waren. We liepen over smalle kronkelige zandpaadjes en brede schelpenpaden. We kwamen langs meertjes en bloemrijke duinvalleien. In de beschutting van de bomen hadden we niet in de gaten hoe hard het eigenlijk waaide.
Windkracht 6 had veel surfers naar de Oostvoorne kitespot getrokken, een grote baai aan de Noordzee. We zagen ze vanuit de uitkijktoren op het dak van Restaurant Aan Zee Oostvoorne. Op een dak keken we ook uit over de Brielse Gatdam, het Oostvoornse meer en de Maasvlakte. Het was wonderlijk dat een bijzonder duingebied kon bestaan naast de industriële activiteiten van de Maasvlakte.
We liepen terug naar de duinen richting het grote duinmeer Breede Water. Aan de westkant van het meer was een smal zandpad dat versperd werd door een vrouw die moeizaam een kinderwagen met drie wielen voortduwde. Voor haar liep haar kleindochter van anderhalf jaar. We konden er niet langs en maakten een praatje.
Ze had niet voorzien dat de kinderwagen breder zou zijn dan het pad. Gelukkig was Carmen zojuist zelf gaan lopen, zodat het duwen van de wagen een stuk makkelijker ging. Mijn suggestie om om te keren sloeg ze resoluut af. We hielpen haar een tijdje, totdat we op een open gedeelte kwamen en ze onze hulp niet meer wilde aannemen. We namen afscheid van de twee dames, die nog niet op de helft van hun wandeling waren.
Vier kilometer later waren wij terug bij het bezoekerscentrum. We namen plaats op het terras van restaurant De Meidoorn en bestelden thee met een appelpunt. Het was tijd voor een evaluatie. De wandeling van vandaag was qua landschap en plantengroei veel afwisselender geweest dan die van de dag ervoor. We hadden gisteren de tocht zeer de moeite waard gevonden en vandaag hadden we, wonder boven wonder, een nog mooiere wandeling ontdekt. Wat is de Nederlandse kust toch mooi!
Toen we het terras verlieten en in de auto stapten, zagen we oma voorbijlopen. Ze droeg Carmen. We waren opgelucht, omdat we ons een beetje ongerust hadden gemaakt. “We zijn beide weer helemaal opgeknapt”, zei oma. Haar kleindochter ging als een zombie in haar armen. Omdat ik vond dat oma mij een sociaal wenselijk antwoord had gegeven, vroeg ik haar of ze de wandeling nog een keer zou doen. “Nee”, antwoordde ze, “ik zou het niet zomaar nog een keer doen.”
We startten de auto en reden naar Quackjeswater. De appeltaart had ons een energieboost gegeven en we hadden zin om nog een wandeling te maken. We gingen een rondje om het duinmeer lopen. De begroeiing was dicht. Op sommige plekken leek het alsof we door een tropisch regenwoud liepen. Om Quackjeswater te zien, moesten we een heen-en-weertje maken naar het uitkijkpunt. Vanuit daar hadden we een prachtig zicht op een groepje lepelaars dat aan het rusten was. Toen we wat beter om ons heen keken zagen we aan de andere kant van het meer honderden aalscholvers in de bomen zitten. Ik had nog nooit zo’n grote aalscholverkolonie gezien.
Na onze drie duinwandelingen wisten we het zeker: elk gebied aan de Nederlandse kust heeft een ander karakter.
Vis en friet
We hadden de eerste twee avonden vis besteld bij De Gouden Leeuw in Goedereede en De Reddingsloods aan de oude haven van Ouddorp. We kregen vis met veel friet en bijna geen groenten. De vis lag op een bedje van venkel, peultjes en wortel, maar ik was teleurgesteld over de hoeveelheid. Ik had een boxspring aan groenten verwacht, maar ik kreeg een leeggelopen campingmatje.
De derde avond zochten we op Google naar een restaurant met vegetarische gerechten en we kwamen uit bij strandpaviljoen Paal 10. Jolanda belde om te reserveren, maar er was geen plek meer. Tot overmaat van ramp begon het hard te regenen. We besloten de deur niet meer uit te gaan. Ik ging de groeten snijden en Jolanda ging koken met de spullen die we in huis hadden. Ze maakte een courgettesoep, een mozarella salade en een salade met komkommer, paprika, tomaat en ui. Met genoegen aten we alles op.
Maandag
Maandag was mijn laatste dag. Het had de hele avond en de hele nacht geregend en rond een uur of half elf werd het droog. Na boodschappen gedaan te hebben bij de Jumbo gingen we te voet over het strand naar Paal 10. Het strand was heel breed en er stond een harde wind. We werden bijkans gezandstraald.
We namen plaats op het overdekte terras van het strandpaviljoen en bekeken de lunchkaart. We bestelden vissoep en die van heel goed van smaakt. Ik checkte nog even uit nieuwsgierigheid de vegetarische gerechten op de kaart. Ze hadden er veel, maar ik vond ze niet aantrekkelijk.
Om half vier begon het weer te regenen. We hadden ondanks de slechte weersvoorspellingen bijna alles kunnen doen wat we wilden doen. Soms moesten we even wachten tot de regenbui voorbij was gewaaid, maar daarna konden we genieten van het buiten zijn.
Ik had een fijn lang weekend gehad aan de kust van Zuid-Holland. Het is een plek die nooit verveeld.
Haha, boxspring of leeg gelopen campingmatje .
Weer een mooie beschrijving van een, zo te lezen, geslaagd weekend!
Ja, het was een heerlijk weekend. Buiten zijn in de natuur en je ervaringen delen met vrienden. Wat wil je nog meer?