Het was 6 uur in de avond en voor de ingang van Artis stond een korte rij. Ik liet een QR-code zien en kreeg toegang tot de exclusieve LeasePlan ‘Night at the Zoo’. Omdat ik de mensen in de rij niet herkende, besloot ik om eerst het park te verkennen en daarna te gaan socializen.
Ik volgde de bewegwijzering naar het vlinderpaviljoen. Vijftien jaar geleden was ik ook in de vlindertuin geweest en werd ik omringd door een heleboel rondfladderende grote vlinders in opvallende kleuren. Deze herinnering wilde ik dolgraag opnieuw beleven.
Het was heel prettig dat er veel planten en nauwelijks mensen in de dierentuin waren. Ik passeerde de giraffen, de watoessirunderen en enkele vale gieren. Ik had de vogels wel eens hoog in de lucht in Frankrijk en Spanje gezien, maar van dichtbij besefte ik pas hoe indrukwekkend groot ze zijn.
Omdat ik de vlindertuin niet goed kon vinden liep ik de tropenkas in. Net na de ingang zaten twee bijzondere blauwgrijze vogels op een hekje. Ze hadden rode ogen, een purperrode borst en een fraaie kam van blauwe veren. Een medewerkster van Artis hield toezicht en ze vertelde me dat het duiven waren. “Duiven?”, zei ik met ongeloof in mijn stem. “Ja’, antwoordde ze met een prachtige Vlaamse tongval, “het zijn Victoria kroonduiven.”
Ze wees me de weg naar de vlindertuin, die grensde aan de tropenkas. Hoopvol liep ik door de deur, maar ik zag geen beweging en ik zag geen insect. Het paviljoen was duizend vierkante meter groot en na intensief zoeken zag ik drie piepkleine vlindertjes voorbij vliegen. Ik zuchtte diep en verwerkte de deceptie.
Eenmaal buiten genoot ik van de serene rust in het park. Vele dieren waren gaan slapen zoals de Californische zeeleeuwen. Af en toe werd de stilte verstoord door overvliegende luidruchtige halsbandparkieten die niet tot de huisraad van de dierentuin behoorden.
Ik had de neiging om tegen de dieren te praten. Dat kwam vast, omdat er geen mensen in mijn buurt waren. Ik sprak in korte en eenvoudige zinnen. Hoewel de beesten niets terug zeiden, leken ze wel te reageren op mij.
In het verblijf van de Afrikaanse pinguïns zaten twee Jan-van-genten. Het zijn mijn wensvogels; de grote zeevogel met de okergele kop staat op mijn lijstje van vogels die ik graag in de vrije natuur wil tegenkomen. En liever niet in een dierentuin.
Sommige vogels in Artis waren blijkbaar heel gevaarlijk, want ze zaten niet alleen in een verblijf met twee lagen gaas, maar ook in een kooi die omringd was door dranghekken. Een informatiebord wees uit dat het om de zuidelijke hoornraaf ging. De hekken moesten de bezoekers op afstand houden van een dier dat mij deed denken aan een kalkoen.
In de dierenpark waren niet alleen beesten te zien, maar ook bijzondere bomen, zoals de kustmammoetboom Wat ik ook heel tof vond was dat er paden waren aangelegd over rotsblokken of over smalle bruggetjes. Als ik in het natuurschoon ben, dan loop ik ook het liefst over de minder toegankelijke paden.
Hoe verder ik naar het centrum van Artis liep, hoe meer mensen ik tegenkwam. In dit deel van het park stonden de foodtrucks en de barretjes. Studenten van het Conservatorium van Amsterdam speelden live muziek. Het was er gezellig druk en ik kreeg zin om te socializen.
De ‘Night at the Zoo’ was een evenement voor LeasePlan HQ en LeasePlan Digital. Ook partners en kinderen waren welkom. Het overgrote deel van de aanwezigen kon ik niet thuisbrengen. Degenen die ik wel kenden waren de collega’s waarmee ik nu samenwerkte en de collega’s waarmee ik projecten had uitgevoerd in het pre-corona-tijdperk. Omdat ik deze laatste groep in internet calls nooit meer tegenkwam, was het extra fijn om ze nu wel te zien en te spreken. Ook vond ik het leuk om een beeld te krijgen van de gezinsleden. Sommige kinderen leken veel op hun vader of moeder. Anderen hadden geen enkele uiterlijke overeenkomsten met hun verwekkers.
Het was een warme nazomeravond en dat maakte het feestelijk samenzijn extra aangenaam.
Omdat een vriendin had gezegd dat ik beslist naar het planetarium moest gaan, liep in naar de grote koepel bij de ingang van het park. Ik had geluk, want ik kon de voorstelling van 20:30 uur bijwonen. Het publiek bestond uit kinderen en hun ouders. Het was klip en klaar: ik ging een familiefilm bekijken. Het zaallicht ging uit en ik maakte kennis met Artis de Partis en Artis de Marsis. De twee mascottes van het dierenpark hadden geen mond en konden dus niet praten, maar ze konden wel ‘ja’ en ‘nee’ met hun hoofd knikken. In hun reis door de ruimte langs de maan, planeten en sterren werden ze vergezeld door een hand en een sok die wel konden praten.
Het was een leuke 360˚ voorstelling voor jong en oud. Het enige wat me tegenstond was het moralistische einde: De aarde is uniek en het is nergens beter toeven dan hier.
Na 25 minuten stond ik weer buiten. Het was inmiddels donker geworden. Ik had een hele fijne en bijzondere avond in Artis gehad. Het organiseren van een mooi feest kun je aan LeasePlan overlaten.