Een grote sterke Roemeen legde voor ons beide een eenpersoons kajak neer. De voorkant en het middenstuk lag op de oever en het achterstuk stak over het water uit. Hij gebaarde ons dat we in de kano plaats moesten nemen. Toen we zaten duwde hij de boten het water in. Het was een spectaculair begin van onze vaartocht.
We gingen een relaxt reisje over de Kromme Rijn maken. De rivier is met zijn natuurvriendelijke oevers en vele kronkels een fijne omgeving om te wandelen. Het is ook een gebied waar je uitstekend kunt kanoën.
Er was niemand voor ons op het water en dat was fijn. We hadden de hele rivier voor ons alleen. Dat kwam vast door het grauw grijze wolkendek waarachter de zon zich verschool en door het vroege tijdstip. Botenverhuur De Rijnstroom had ons verzocht al om 9:30 aanwezig te zijn.
Omdat we verstandige vrouwen zijn, gingen we eerst stroomopwaarts. Als we in de loop van de dag de vermoeidheid zouden voelen, dan keerden we de boot om en lieten we ons met de stroom meevaren.
We deden het rustig aan en genoten van de natuur en de watervogels. Op landgoed Amelisweerd werkten zo’n vijf hardloopgroepjes zich in het zweet tijdens hun wekelijkse hardlooproute. We passeerden de sequoia. De hoogste boom van het landgoed had tijdens een wandeling eerder dit jaar veel indruk gemaakt, maar viel vanuit de kajak nauwelijks op en was eigenlijk niet imposant.
We deelden de rivier met futen. De volwassen futen hadden ieder één, twee en een keer zelfs vijf jongen bij zich. De kleintjes hadden zwart-wit gestreepte kopjes en piepten continue. Ze wilden dat hun pappa of mamma onder water dook om een visjes voor ze te vangen. We zaten in de kajak op de eerste rang en konden het familie-tafereel van dichtbij goed observeren.
De waterhoen families en meerkoet families lieten zich minder goed bekijken en maakten zich uit de voeten als we kwamen aanvaren. Hier en daar zat er een visser op een krukje naar zijn dobber te kijken. Het varen op de Kromme Rijn was heel rustgevend. We misten alleen de zon en spontaan begonnen we ‘Follow the sun‘ van Xavier Rudd te zingen en te neuriën.
In het eerste uur van de tocht waren we twee horeca-etablissementen voorbij gevaren. Aan het einde van de ochtend wilden we wel ergens een kop thee gaan drinken, maar we zagen nergens een gelegenheid. Google maps kon ons helaas geen advies geven. Aan de rand van Odijk werd een hond uitgelaten door een man en een vrouw. De man was het dichtste bij de waterkant en we spraken hem aan. “Nee”, zei hij, “er is geen horeca in de buurt”.
We maakten een praatje, totdat hij riep: “Een ijsvogel!”. We keken om, maar de razendsnelle vogel was natuurlijk allang vervlogen. Omdat er op deze plek in de rivier een kleine aanlegsteiger was aangelegd, overwogen we om aan land te gaan en onze benen te strekken. De man zei: “Daar is hij weer”. Secondelang vloog de ijsvogel in een kaarsrechte lijn een meter boven het water. We konden zijn karakteristieke glimmende blauwe dekveren en zijn oranje borst goed zien. De vogel landde in een boom en verdween in de bladeren. Nooit eerder hadden we een ijsvogel zo goed en zo lang waargenomen.
We namen afscheid van het tweetal en trokken de kano’s uit het water. We hadden inmiddels zo’n 9 kilometer gekanood en we voelden onze rug- en armspieren. Het was duidelijk dat het de hoogste tijd was om te pauzeren. De zon brak door de wolken en de plotselinge warmte maakten ons lekker loom.
Na een lange pauze van 50 minuten stapten we in de kajak en bewogen we met de stroom mee. We hadden de rivier nu niet meer voor ons alleen. Er waren veel kano’s en subboards op het water, en een enkele motorboot. In de ochtend was de Kromme Rijn een stil natuurgebied geweest en nu was het een druk pretpark.
Hoe dichter we Utrecht naderden, hoe meer supboards we zagen. Met interesse keek ik naar de wijze waarop de beoefenaars de peddel gebruikten en hoe ze op de plank stonden. Er waren twee typen boards. De ene leek op een surfplank en was opblaasbaar. De andere niet-opblaasbare plank was gemaakt van plastic en had twee antislipvakken waarop je je voeten moest zetten. Later hoorde ik van een medewerker van De Rijnstroom dat ze alleen de laatstgenoemde planken in de verhuur hebben, omdat die beter tegen een stootje kunnen.
Lisette vroeg of ik wilde suppen en ik antwoordde dat ik het een keer wilde proberen. “Dan ga ik niet met je mee”, liet ze me direct weten. Ik schoot in de lach. Haar boodschap was duidelijk.
Ter hoogte van Bunnik splitste de rivier zich in twee delen om later weer samen te komen. We kozen op de terugweg voor de secundaire route. Het was een avontuurlijke parcours waar omgevallen bomen bijna de doorgang versperden.
Terug bij de botenverhuur stond de grote sterke Roemeen op ons te wachten. Ik probeerde de kajak langszij de steiger te manoeuvreren, zodat ik makkelijk eruit kon stappen, maar de Roemeen had andere plannen. Hij pakte de lus aan de voorkant van de kajak en trok de boot met mij er in met een krachtige ruk op de oever. Het was een spectaculair einde van onze vaartocht.