Fietsend door de achtertuin van onze jeugd

Geplaatst op
Koniks langs de Waal

We fietsten over de rivierdijk van de Ooijpolder door een zee van bloemen en gras. In de uiterwaarden graasden enkele wilde paarden. De zon straalde vrolijk en we deelden de weg met enkele wandelaars, wielrenners en fietsers.

Een zwarte vogel met een witte kont en asgrijze vleugels kwam voorbij. We stapten even af, want ik wilde weten om welke soort het ging. In mijn verrekijker zag ik een Zwarte Stern en mijn hart ging sneller kloppen. In de luwte van de dijk lagen vlotjes. Staatsbosbeheer had de broedplaatsen op 10 mei in het water gelegd. We telden er 24. Ze waren allemaal bezet door broedende paren. Vogelaars uit Scandinavië en Spanje kwamen speciaal naar dit gebied om de Zwarte Stern te zien. Wij kwamen er toevallig langs.

Vlotjes Ooijpolder

In de ochtend waren Jolanda en ik in Groesbeek aan onze fietstocht begonnen. We hadden de Zevenheuvelenweg genomen, die eerst langzaam omhoog liep, maar daarna steil werd met een hellingsgraad van 12 procent. Dat was aanpoten op onze akoestische stadsfietsen en ik had gemerkt dat mijn vele uren in de sportschool zich nu uitbetaalde. Ik bereikte de top, herstelde in de afdaling, en ging daarna weer fier omhoog.

De weg eindigde in Berg en Dal, waar een lange afdaling begon naar de voet van de stuwwal. Onderweg kwamen we regelmatig fietsers tegen, die hadden moeten afstappen en met rood aanlopende wangen hijgend hun fiets de heuvel opduwden.

We kwamen uit in de Ooijpolder en reden door Persingen, het kleinste dorp van Nederland. Het bestond uit een kerk en 8 woningen. Vroeger was de plaats veel groter geweest, vanwege de gunstige ligging op de handelsroute van Nijmegen naar Kleef. In 1809 sloeg het noodlot toe: enkele grote overstromingen van de Waal verzwolgen grote delen van het dorp.

We fietsten verder en we kwamen op de Ooijsedijk. De Waal lag aan onze linkerhand en de dijk volgde de bochten van de rivier. Bij het dorpje Kekerdom zagen we een pastoriehuis naast een buitendijkse kerk.

“Wat leuk!”, riep Jolanda uit, “Hier wil ik wonen, als ik met pensioen ga”.
“Nou”, zei ik, “Je neemt wel een risico, want het huis staat aan de verkeerde kant van de dijk”.
“Nee joh, het staat op een terp”, antwoordde Jolanda.

Kekerdom

We gingen een kijkje in de kerk nemen en daar zagen we een foto uit 1995. In dat jaar werden 250.000 mensen in het Gelderse rivierengebied geëvacueerd vanwege de gevaarlijk hoge waterstand van de Maas, de Rijn, de Waal en de IJssel. Op de foto waren de kerk en de pastoriewoning ingesloten door water. Jolanda keek beteuterd. Haar droom was in duigen gevallen.

Kekerdom lag tegen de Millingerwaard aan. Dit was een buitendijks natuurgebied met moeras, weilanden, ooibos en plassen. Er was ook een theetuin, die je alleen te voet of te fiets kon bereiken. We reden ernaartoe, want we wilden graag een kop thee in deze mooie omgeving drinken. Bij de poort stond een bord met een tekst in het Nederlands en het Duits. We moesten € 7,50 per persoon entree betalen. Dat was inclusief een drankje naar keuze. Kinderen tot 12 jaar en senioren vanaf 75 jaar konden gratis naar binnen. De onsympathieke boodschap stuitte ons zo tegen de borst dat we besloten rechtsomkeert te maken. Verderop was kasteel Doornenburg en daar zouden ze vast en zeker ook lekkere thee serveren.

We fietsten langs de Waal naar het voetveer, dat ons naar de overkant van de rivier zou brengen. Op een strandje stonden twee koniks met de neuzen naar elkaar toe. Af en toe steigerden ze even. Het was een schitterend schouwspel.

Koniks bij de Waal

Als je het rivierengebied doorkruist, dan mag een pontje niet ontbreken. We hadden een route langs fietsknooppunten samengesteld waarbij we maar liefst drie keer de rivier zouden oversteken. De veerpont in de Millingerwaard had een laadklep en kon 50 personen met fiets vervoeren. Het was van oorsprong een cacaotanker, die jarenlang dienst had gedaan in de Zaanstreek.

Hij bracht ons en twee andere fietsende dames naar de overkant. Het was een kort ritje.

Millingerwaard

Binnen de muren van kasteel Doornenburg was een groot terras met parasols. We namen er plaats. Het was heel fijn om eventjes niet op een fietszadel te zitten. Wat gingen we bestellen? Gebak of lunch? Na een blik op de kaart kozen we voor een salade. De mijne met kippendij en die van Jolanda met geitenkaas. We waren content met onze keuze, want de salades waren vers bereid en zeer smakelijk.

Het kasteel bestond uit een hoofd- en voorburcht die met elkaar verbonden waren door een houten brug. Er was een middeleeuwse boerderij en een kapel. Op de gevel van de hoofdburcht stond de tekst: ‘Renovatum A.D. MCMLXIV’. We zetten de Romeinse cijfers in ons hoofd om naar het decimale stelsel en beseften dat we naar een replica keken. In januari en maart 1945 had de Engelse luchtmacht het kasteel gebombardeerd. De nepper die er nu stond was wel een hele mooie nepper.

Kasteel Doornenburg

Enigszins teleurgesteld fietsten we verder naar het Pannerdensch Kanaal. Een autoveer bracht ons naar de overkant. Via Fietsknooppunten 88, 89 en 81 bereikten we de Waal, waar we voor de derde keer deze dag het water overstaken. De koplader met de naam “Heen & Weer V” kwam onze kant op. Het leuke van dit veer was dat hij aanmeerde aan het uiteinde van een krib. We moesten over de hobbelige stenen dam fietsen om er te komen.

Pontje 'Heen & Weer V'

Eenmaal weer aan de zuidkant van de Waal vroeg ik aan Jolanda wat de volgende fietsknooppunten waren. Ze had ze op een briefje geschreven en ze antwoordde: “94, 93 en 65. Het laatste getal kan ik makkelijk onthouden, want dat is mijn pensioenleeftijd”. De twee dames met wie we hadden gekletst op de boot schoten in de lach. De AOW-leeftijd was sinds 2013 al een aantal keren verhoogd.

Bij de Thornsche Molen streken we neer op het terras. Aan de horizon lag de stuwwal, waar we eerder die dag van af waren gefietst. We zagen op tegen de klim omhoog en wilden die graag omzeilen. Dat was mogelijk, als we via Duitsland onze route zouden vervolgen. Tussen Kranenburg en Groesbeek lag naast de voormalige spoorlijn een fietspad. Als we het laatste stuk langs dat spoor zouden fietsen, dan hoefden we nauwelijks meer te klimmen. Een nieuw plan was geboren.

We rekenden onze drankjes af en gingen op pad. Moe, voldaan en met zadelpijn stapten we in Groesbeek af. We hadden een topdag gehad in het rivierengebied waar we onze jeugd hadden doorgebracht.

Fietsroute vanuit Groesbeek

De volgende dag maakten we een tweede fietstocht en kozen we voor het rondje Westervoort – de Posbank – Doesburg – Westervoort. Aan de zuidkant begonnen we aan de beklimming van de Posbank. Een ontspannen fietstocht tussen de heidevelden veranderde in een heftige workout waarin onze hartslag piekte. “Waarom had ik met deze route ingestemd?” vroeg ik mezelf tijdens het stampen op de pedalen af. “Waarom ging ik vrijwillig de bekendste helling van de Veluwe op, een dag nadat ik de beroemdste weg van het Rijk van Nijmegen ternauwernood had volbracht?” Eenmaal boven op de Schietbergseweg veranderde mijn gemoedstoestand en was ik blij dat we hier waren. De omgeving was prachtig. Het uitzichtpunt bood een grandioos vergezicht over de Veluwezoom.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *