De zon scheen. Toch droegen we een muts, want de matige oostenwind voelde schraal aan. Op de sloten lag een flinterdun laagje ijs. We liepen over dijk langs rivier de Drecht. Achter ons lag Leimuiden. We kwamen regelmatig wielrenners tegen, maar we hadden geen last van ze. Ze hadden genoeg ruimte op de dijk om ons voorbij te gaan. De passerende auto’s vond ik wel irritant, want we moesten steeds voor ze aan de kant gaan.
Bij Bilderdam staken we de brug over en gingen we verder over het onverharde Laarzenpad Geerpolder. Drie maanden geleden hadden we hier ook gewandeld, maar de aanblik was nu totaal anders. Overal zagen we vogels. Heel veel vogels zelfs en voor de eerste keer dit jaar pakten we de verrekijker erbij. Aan het begin van het pad zat een winterkoning in het struikgewas; het 9,5 cm kleine vogeltje produceerde een hoop geluid. Aan de ander kant van het pad was een groep grauwe ganzen in de graslanden neergestreken. Bij de watertjes liepen twee lepelaars rond alsook enkele grote zilverreigers. In een bosje roffelde een grote bonte specht op takken. Een roodborstje hield ons in de smiezen en wij keken naar een tiental zwemmende bergeenden. Wat was dit toch een leuk vogelgebied!
De verschrikkelijke oorlog in de Oekraïne was de 10de dag in gegaan en we beseften dat vrede, veiligheid en democratie allerminst vanzelfsprekend zijn.
We bereikten de Geerweg, sloegen linksaf en gingen over het fietspad verder. De gemeenteraadsverkiezingen van 2022 stonden voor de deur en langs de route zagen we posters op A1 formaat van de lokale partij Samen Beter Nieuwkoop. Op de affiche stonden drie personen: een ervaren oudere man, een jonge vrouw en Jetze Plat. Ik kende hem van het televisieprogramma Sportlab Sedoc. Hij is de sympathieke handbiker en triatleet, die tweemaal een gouden plak veroverde op de Paralympics. Als ik niet altijd op een vrouw zou stemmen en als ik in gemeente Nieuwkoop zou wonen, dan zou ik het vakje bij zijn naam rood kleuren.
We staken het Aarkanaal over en liepen over een rustige verharde weg langs het water naar Papenveer. In deze katholieke buurtschap zag alles er netjes en opgeruimd uit. Het contrast met mijn wijk in Amsterdam was groot. We hebben veel zwerfvuil en dat is een grote ergernis van mij.
We kwamen uit op een mooi wandelpad dat lag tussen de Leidsche Vaart en de Langeraarse Plassen. Het uitzicht over het water was prachtig. Aan de horizon zagen we de Heilige Adrianuskerk van Langeraar. Dicht bij de waterkant zwommen enkele tafeleenden en krakeenden.
We bleven de Leidsche Vaart volgen en lieten Langeraar achter ons. Rechts van de dijk lag de vijf meter lager gelegen Wassenaarsche Polder. De polder is een van de oudste droogmakerijen in Zuid-Holland. Het was in 1666 drooggemalen.
We sloegen rechtsaf en liepen Rijnsaterwoude in, een lintdorp aan de oostkant van het Braassemermeer. De dorpskerk uit 1156 stond er netjes bij na de restauratie van 2018. Het had in de volksmond de naam Woudse dom gekregen, omdat de vorm van de kerktoren gelijkenis vertoonde met de veel grotere domtoren in Utrecht. De reden waarom ik het kerkgebouw indrukwekkend vond, was vanwege de omgeving waarin hij stond. Achter de kerk was het weidse landschap van de polder te zien.
We liepen de Vriezenweg in die uitkwam bij de veerpont over de oude wetering. Wat een saaie asfaltweg door de polder leek, bleek een eldorado voor vogelliefhebbers te zijn. In de graslanden zochten bergeenden, kieviten, scholeksters en wulpen naar voedsel. Als we de steltloper met de opvallende lange, omlaag gebogen snavel willen zien, dan reizen we naar de Waddeneilanden af. Nu zagen we acht exemplaren opeens rondlopen in de Grote Heilige Geestpolder. We stonden paf.
We vervolgden onze route over het Grote Heilige Geestpolderpad en we liepen een boerenerf op. Daarna zouden we dwars door de weilanden lopen. Tijdens het broedseizoen van 15 maart tot 15 juni mocht dat niet meer. In de schuur was een boer schapen aan het scheren. Zijn kinderen en kleinkinderen keken toe. “Arme beesten”, dacht ik, “wat zullen jullie het koud hebben in deze periode van het jaar.”
We stapten de wei in, waar de schapen vaak kwamen, want op de bodem lag overal schapenpoep. Na een tijdje kwamen we in het perceel van de buurman die mest had uitgereden. De stank van het mestvocht kwam ons tegemoet. Aan de rand van de sloot, waar de grond hellend was, was de boer niet geweest en konden we veilig wandelen. Toch spatten minuscule deeltjes gier op onze schoenen en broekspijpen. “Ervaar het echte boerenleven”, lees je wel eens. “Nou, ik was er helemaal klaar mee.”
Een kilometer later waren we terug in Leimuiden. BIJ René op het dorpsplein bestelden we thee, koffie en appeltaart. De wandeling rondom de Wassenaarsche Polder had leuke stukjes, maar ook saaie delen. De zon, de vogels, de vrede en de campagneaffiche maakten alles goed.
Wandelend door Rijnsaterwoude en Leimuiden leerden we dat er vijf partijen meedoen in de gemeente Kaag en Braassem: twee lokale partijen (PRO Kaag en Braassem en Samen voor Kaag & Braassem) en drie landelijke partijen (CDA, D66 en VVD). Omdat landelijke partijen hun lokale afdelingen subsidiëren, hebben die meer budget. Dat was duidelijk te zien in het forse formaat van de affiches. Desondanks was boodschap erop niet altijd helder. Zo sprak CDA’er Anja van Dijk over “#GEWOON DUIDELIJK”. Met een hashtag! Hoe langer ik over de campagneslogan nadacht, hoe onbegrijpelijker die werd. Ik denk dat Aaf Brandt Corstius hier een hele leuke column over zou kunnen schrijven.