De Zuidpier
We wandelden met onze verrekijkers over de bijna twee kilometer lange Zuidpier van IJmuiden. Rechts van ons vaarde een vissersboot het Noordzeekanaal in. Links van ons maakten kitesurfers hoge spectaculaire sprongen. Op het strand zochten scholeksters naar voedsel. Tussen de basaltblokken van de pier zagen we enkele steenlopers lopen.
Er stond een stevige wind. Het waaide harder dan we hadden voorzien. De pier maakte een bocht naar rechts en de golven beukten tegen de dam aan. Onze focus was nu niet meer op de vogels gericht, maar op het ontwijken van het opspattende koude water.
“Ga naar de Zuidpier”, had een ervaren vogelaar met een Swarovski telescoop ons twee weken geleden aangeraden. “Het is een waar walhalla voor vogelliefhebbers,” We stonden met z’n drieën op een uitzichtpunt op de zeereep en keken met grote verwondering naar vinken die groepsgewijs in golvende vlucht voorbij kwamen. Ze vlogen langs de kust naar het warme zuiden. De massaliteit van de vogeltrek was indrukwekkend. Een officiële telpost in Den Haag telde die dag maar liefst 201.637 exemplaren.
Op het uiteinde van de Zuidpier stonden zo’n twintig vogelspotters met telescopen in de luwte van een lichttoren. Ze waren geanimeerd met elkaar aan het praten. Op een enkele zeekoet na, was er vandaag op het water weinig te beleven. Het was curieus dat natuurminnende vogelliefhebbers samengekomen waren op vier kilometer afstand van de vervuilende zware industrie van Tata Steel. Bij nadere beschouwing ontdekte ik een bindende factor. Als het Noordzeekanaal niet was aangelegd, dan zouden de Zuidpier en de staalfabriek er niet zijn geweest.
Lisette en liepen terug naar het strand en gingen ons opwarmen bij Beachclub Makai. Ondertussen was het zo hard gaan waaien, dat de IJmuider Reddingsbrigade de Zuidpier afsloot. We schrokken ervan; bijna waren we voor niets gekomen. Bij windrichting west of noordwest en windkracht zes en hoger mag niemand de pier betreden. De overslaande golven kunnen dan voor onveilige situaties zorgen.
Op de terugweg naar onze auto passeerden we de jachthaven. Zilvermeeuwen en kokmeeuwen hadden de steigers gekoloniseerd en ondergepoept. Tussen de boten door doken drie dodaars regelmatig onder water. De kleinste futensoort zien we niet elke dag, dus we waren content over onze waarneming.
We hadden 8,5 kilometer gelopen en we besloten om een tweede wandeling te maken. Na een korte rit van 8 minuten arriveerden we in park Velserbeek.
Park Velserbeek en buitenplaats Beeckestijn
Bij de parkeerplaats was een vijver waar een gezinnetje een grote zak met stukjes brood in het water kieperden. De eenden en meeuwen stoven erop af. Brood voeren aan vogels is een aangenaam tijdverdrijf voor veel mensen, maar niet zo goed voor de vogels zelf. We bleven even staan om de twee zwarte zwanen te bestuderen, die zich ook in de vogel menigte hadden begeven.
Naast de vijver was een volière. We namen er een kijkje. Een halsbandparkiet vloog naar ons toe en ging in het hekwerk hangen. Hij was niet groen, zoals zijn soortgenoten bij mij in de wijk, maar blauw. Tussen de grasparkieten zaten zebravinken en twee exotische carolina eenden. De vogelsoorten die je in gevangenschap ziet, zijn compleet anders dan die in de vrije natuur.
We liepen het parkbos in. De bomen gaven beschutting tegen de krachtige wind en we waren omringd door warme herfstkleuren. Lisette ging met Obsidentify op paddenstoelenjacht, of liever gezegd op sterrenjacht. De werkwijze was eenvoudig: Lisette nam een paddenstoel waar en zette die op de foto. Obsidentify zei dan welke paddenstoel het was. Met de app kon ze ook insecten en planten herkennen. Als ze genoeg waarnemingen deed. dan werd ze beloond met een ster.
Ik herkende het enthousiasme, want ik had zelf jarenlang batches verzameld met Ingress, de voorloper van Pokomon Go. Obsidentify identificeerde vandaag onder meer de porceleinzwam, de geweizwam, de gewone elvenbank en de zwavelkop. Het was helaas niet voldoende voor het behalen van de volgende ster.
We lieten het park achter ons en liepen de historische buitenplaats Beeckestijn in. We waren nu in een gebied met lange rechte lanen, geometrische tuinen, marmeren standbeelden en fonteinen. In het koetshuis was een brasserie gevestigd. Het was een fijne plek om te zijn en het was populair bij families, hondenuitlaters en bruidsfotografen.
In de 17e en 18e eeuw waren Beeckestijn en Velserbeek zeer geliefd bij Amsterdamse kooplieden . In het midden van de negentiende eeuw had het er even naar uitgezien dat de buitenplaatsen moesten verdwijnen voor de aanleg van het Noordzeekanaal. De eigenaren van de landgoederen weigerden de grond te verkopen en het kanaal kreeg een wat noordelijker traject. Als je op de kaart kijkt naar de loop van de vaart, dan zie je dat er een knik in zit.
Toen het Noordzeekanaal in 1876 open ging, was het gedaan met de landelijke rust. Aan de monding van het IJ ontstond IJmuiden. Industrieën ging zich aan en rond het kanaal vestigen en in 1918 werd de Koninklijke Nederlandsche Hoogovens en Staalfabrieken N.V. opgericht. In 2007 werd Tata Steel de eigenaar.
Ik was blij dat buitenplaatsen behouden zijn gebleven. Het zijn oases van rust in de drukte van de randstad.
Na ruim 6 kilometer waren we terug op de parkeerplaats. De twee wandelingen waren complementair. In de ochtend hadden we de ontzagwekkende en ruige natuur langs de Zuidpier ervaren en in de middag dompelden we ons onder in de zachtheid van de twee prachtige parken. We hadden het niet verwacht, maar in de omgeving van het Noordzeekanaal kun je fraaie puzzelstukjes natuur vinden.
Dank je wel Caroline voor weer een prachtig verhaal, Op naar de volgendede wandeling. Groet Thomas
Ik vind het fijn dat je laat weten dat je het verhaal met plezier hebt gelezen. Als je een keer mee wilt, laat het dan weten. Ik herinner me nog goed de wandeling in de Kennemerduinen die we jaren geleden hebben gemaakt. Dat werd een uitputtingsslag, want de tocht was wat aan de lange kant. Nu ik tegenwoordig meer op de vogels let, loop ik minder ver.