Ik stap op de fiets van fietsverhuur IJzerman in Ottoland. Nooit eerder ben ik in dit gedeelte van het Groene Hart geweest. Er heerst een serene rust, de vogeltjes zingen luidkeels, de tuintjes zijn netjes aangeharkt en de auto’s op de opritten zijn schoongepoets.
Na een kwartiertje kom ik bij het Regthuys in Goudriaan aan. Jolanda is bezig om haar fiets van de fietsdrager af te halen. We gaan de komende twee dagen een fietstocht langs de rivier de Lek maken.
Voordat we op pad gaan, krijgen we een kop thee van de gastvrouw van de B&B aangeboden. We hadden drie dagen eerder urenlang op internet gezocht naar een plek om te overnachten, maar alles was vol. In ons hoofd hielden rekening ermee dat we bij een “nachtmerrie” locatie zouden kunnen uitkomen, maar het tegendeel is waar. Het Regthuys is een prachtig rijksmonument uit 1639. In vroeger tijden sprak de baljuw hier recht uit. Wij slapen in de aanbouw, een voormalige klompenwinkel. Onder de dakpannen hebben vrolijk tjilpende huismussen nestjes gemaakt.
Fietstocht op dag 1 langs de Lek
Een zonnige en droge dag ligt in het verschiet. Via de Molenkade ten zuidwesten van Groot-Ammers fietsen we naar de Lek. We passeren vier molens, die op dat moment niet draaiden. Dat is maar goed ook, want als ze wel in bedrijf zijn, dan wordt het fietspad afgesloten en moet iedereen omrijden. Langs de kant van het water staat nog veel oud riet en we horen de rietzangers knersen, piepen en fluiten.
De Lekdijk is een aantal jaren geleden versterkt om aan de geldende normen voor veilige dijken te voldoen. Over een brede dijk rijden veel auto’s. Zoveel auto’s, dat we niet relaxt om ons heen kunnen kijken. Bij fietsknooppunt 6 verlaten we de dijk en gaan we verder over de Boven Tiendweg. De halfverharde weg, omzoomd door oude wilgen, is prachtig. In het water aan onze rechterkant zijn kort geleden enkele eendenkorven geplaatst.
De route brengt ons terug naar de dijk en na het dorp Streefkerk mogen we er weer af. We rijden nu langs de rand van een veenweidegebied. In de buurt van de Broekmolen zien we veenpluis staan. Het is een teken dat de grond hier zuur en voedselarm is. Bij fietspunt 7 slaan we rechtsaf en volgen we de watering met de naam Groote of Achterwaterschap. Het brengt ons naar Kinderdijk.
Ik ben nog nooit bij de molens van Kinderdijk geweest en het is een populaire toeristische bestemming. We slalommen tussen de fietsers en wandelaars door. Op het water vaart met regelmaat een rondvaartboot voorbij. Ik begrijp de aantrekkingskracht van deze plek, waar de molens geen naam hebben, goed. Nergens in de wereld vindt je zoveel windmolens bij elkaar.
We gaan naar de rivier, want we willen naar de overkant. Omdat er vanaf de steiger niet alleen een veer naar Krimpen aan de Lek vertrekt, maar ook de Waterbus naar Rotterdam of Dordrecht, willen we niet lukraak op een boot stappen. We moeten eerst controleren of we wel de goede hebben. Dat is lastig, omdat de bestemming niet op de boten is aangegeven. Een medewerker van de veerdienst schiet ons te hulp en wijst ons het veer aan dat we moeten nemen.
Op zoek naar een terras in de Krimpenerwaard
De overtocht duurt niet lang. We nemen ons voor om bij het eerste de beste terras te stoppen voor een kop thee. Als we Lekkerkerk naderen, valt ons op dat de boerderijen en huizen onderaan de dijk heel dicht op elkaar staan. Ze staan op kavels die smal en langgerekt zijn. Vroeger stond er op de plek van de hoge deltadijk een muur en konden de bewoners over de rivier uitkijken. Nu kijken ze tegen een groot groen vlak aan.
We hebben nog steeds geen terras gezien. Twee keer fietsen we tevergeefs de dijk af, omdat we menen dat we bij een boerderij wat kunnen drinken. Als we restaurant ‘Aan de Dijck’ in het oog krijgen, zijn we opgelucht. Maar onze bijschap is van korte duur, want een krijtbord bij de ingang meldt dat de uitspanning vandaag gesloten is in verband met een bruiloft. Jolanda wipt naar binnen om te vragen of we ergens anders in de omgeving terecht kunnen. “Ja, op 2 minuten afstand, bij de rotonde in Bergambacht”, is het antwoord. Na vijf lange minuten signaleren we eindelijk de rotonde en ook het terras van brasserie ‘Hof21’.
We hebben 43 kilometer gefietst en ik ben moe. Ik doe mijn fiets op slot en ik laat het sleuteltje uit mijn hand vallen. Dat is op zich niet zo erg, ware het niet dat ik op een steiger sta en het sleuteltje eerst op de steiger valt en daarna in het troebele water. “Oh, nee”, denk ik, “Nu moet ik de fietsverhuur bellen en uren wachten totdat ze het reservesleuteltje komen brengen.”
Jolanda schiet in de actie-modus. “Als we een bezem en een netje hebben of een magneet, dan kunnen we de sleutel opvissen”. Ik loop het restaurant binnen, maar ze hebben geen bezem en geen magneet. We kijken rond in de omgeving van de brasserie en we zien een bezem in een hok staan. Het hok is niet op slot en ik haal de bezem eruit. Het bodem van het water loopt taps af en de bezem verdwijnt op het diepste punt een meter in het water. We zien in dat het voorwerp ons niet gaat helpen en ik breng het terug.
Een magneet zou ons wel kunnen redden, maar hoe komen we aan een magneet? Jolanda stapt de brasserie binnen. Ze wil weten of er een bouwmarkt in de buurt is. Die is er, op 1 minuut afstand. Jolanda stapt op haar fiets en ze rijdt naar de Hubo. Ik blijf achter en wacht. Na een tijdje komt ze terug en ze zegt: “Ik heb goed nieuws en ik heb slecht nieuws.” Voordat ik de kans krijg om te zeggen wat ik het eerste wil horen, brandt ze los: “Ik heb een magneet, maar mijn fietssleuteltje blijft en niet aan plakken.” Ze toont me een forse magneet die aan een meterslang koort is vastgemaakt. Een klant van de Hubo had het aan haar gegeven, omdat de Hubo enkel zwakke deurmagneten verkocht.
Ik laat de magneet in het water zakken en ik ga eerst in het wilde weg en daarna gestructureerd de bodem afzoeken. Af en te haal ik het ijzer omhoog om te zien of er een fietssleuteltje aan zit. Langzamerhand begint de moed me in mijn schoenen te zakken. Misschien zoek ik op de verkeerde plek, of misschien blijft mijn fietssleutel er niet aan hangen. Na een minuut of vijf heb ik toch beet. De opluchting is groot.
We nemen opgetogen plaats op het terras van de brasserie en bestellen thee met appeltaart. Ik heb weer energie en voel me goed. Na een blik op de kaart besluiten we de route iets in te korten en terug te gaan naar onze B&B. Na 58 fietskilometer zijn we terug bij het Regthuys. We hebben een enerverende dag achter de rug.
Fietstocht langs de pareltjes van de lek op dag 2
Om half negen heeft de eigenaresse van de B&B een mooie ontbijttafel voor ons gereed gemaakt. We krijgen versgeperste jus, eigengemaakte yoghurt en jam, een eitje, turkse kaneelbroodjes en nog veel meer. Omdat we de vorige dag te weinig gedronken hebben, nemen we nu extra veel sap en thee.
Het plan van vandaag is om eerst Nieuwpoort en Schoonhoven te bezoeken. Daarna fietsen we naar Vianen, waar we willen lunchen. Vervolgens gaan we naar natuurgebied Zouweboezem, waar zwarte sterns op dit moment broeden.
Nieuwpoort is de kleinste vestingstad van Nederland. Het kreeg stadrechten in 1283. De hoge omwalling met zes bastions zijn van na 1672, het jaar waarin Lodewijk XIV de Nederlanden binnen viel. Nieuwpoort is een pitoresk plaatsje, dat ik graag nog eens wil bezichtigen. Er zijn leuke terassen, maar die laten we links liggen, omdat we nog maar kort onderweg zijn.
Aan de ovekant van het water ligt Schoonhoven. Deze vestingstad staat bekend als de “Zilverstad” van Nederland, maar daar zien we fietsend weinig van. We maken een rondje door de mooie binnenstad en gaan dan verder over de dijk richting het oosten.
We merken dat er in deze regio veel minder autoverkeer is en dat vinden we prettig. Er is ook minder lelijke industrie. Na 16 kilometers fietsen stoppen we bij een bankje, om ons zitvlak even wat rust te geven. Jolanda vertelt dat ze thuis enkele fietsonderbroeken heeft, maar dat ze die nergens kon vinden. Ik kende het fenomeen fietsonderbroek niet en ik neem me voor om er eentje aan te schaffen.
Ter hoogte van de Rolafweg Zuid bij Lopik stuiten we op een wegomleiding en moeten we van de dijk af. De Oudeslootseweg leidt ons door de boomgaarden naar het dorpje Jaarveld. Via een leuk laantje keren we terug naar de dijk. Als we in Nieuwegein zijn aangekomen nemen we het voet-/fietsveer naar Vianen. Het is inmiddels half twee in de middag. Het is een mooie tijd om heerlijk te gaan lunchen.
We rijden via de stadpoort het stadje binnen. Er zijn kraampjes en er klinkt Amerikaanse jaren 50 muziek uit de speakers. Het Rockin’ the Street festival is gaande. Vele Amerikaanse auto’s staan in het midden van de Voorstraat opgesteld. Enkele bezoekers hebben een rockabilly outfit aangetrokken. Een enkeling heeft een cowboy hoed opgezet.
Het gevolg van het festival is dat we niet kunnen lunchen. Streetfood is het enige wat nu verkrijgbaar is. Na overleg met de eigenaar van Restaria de Lekpoort nemen we op zijn terras plaats, bestellen we friet en kopen we bij de viskraam aan de overkant van de straat een portie kibbeling. “Jullie zijn met de neus in de boter gevallen”, zegt de vrouw van de eigenaar. “Het is maar hoe je het bekijkt”, denken wij in stilte.
Na een tocht door de uiterwaarden komen we bij een smal weggetje aan. Ik ben hier vaker geweest en ik weet dat we hierin moeten om bij de Zouweboezem te komen. Als we vlak bij de kunstmatige nestvlotjes zijn, die speciaal voor de zwarte sterns zijn neergelegd, stappen we af. We zien hoe tientallen zwarte sterns overvliegen en landen op de broedplankjes. Die zijn betimmerd met gaas om te voorkomen dat ze gekraakt worden door de tafeleend.
Een stukje verderop is een vlonderpad dat bij een vogelkijkscherm uit komt. Helaas horen we bar weinig vogels in het riet fluiten en ook achter het vogelkijkscherm zijn amper vogels waar te nemen. Als we terug naar de fiets lopen zien we een blauwborst in een boompje zitten. Mijn vogelhart maakt een sprongetje.
We besluiten een korte wandeling te maken door de ruige graslanden aan de andere kant van het fietspad. Het is fijn om even de benen te strekken en de billen te ontzien. Een grote reiger vliegt opeens op. Het is een purperreiger die in Zouweboezem nestelt en alleen in de zomer in Nederland te zien is.
De Vlietmolen
We fietsen niet terug naar de dijk en gaan via een halfverhard pad naar de Vlietmolen. Er staan mensen en fietsen bij de molen. De deur staat open. Tot onze verassing is het vandaag Nationale Molendag en de vrouw van de molenaar biedt ons een rondleiding aan. Daar zeggen we geen nee tegen.
Via een steile trap aan de buitenkant van de molen lopen we voorzichtig omhoog. In de molen bestijgen we nog een trap en dan komen we uit op een plateau waarop we de bovenas goed kunnen zien. Die ligt stil, voor onze veiligheid. De wieken zijn er niet aan gekoppeld.
Molenaarvrouw Gerla legt helder uit hoe de molen werkt. De molenas zit niet vast, vertelt ze, als de wind opeens 180 graden zou draaien, dan kunnen de wieken gekatapulteerd worden.
Vanuit de molen heb je een mooi uitzicht over het gebied. We zien in de verte dat een kolonie lepelaars in de bomen zitten. Ik tel minimaal vijf nesten. Even later vliegen er drie lepelaars over.
Gerla laat ons ook de binnenkant van de molen zien. Het is een tiny house avant la lettre. Het is 6 x 6 meter groot, maar in het midden staat een groot wiel dat is afgescherm door plexiglas. Ik wil een foto maken, maar ik durf het niet te vragen. De keuken is super smal, maar de badkamer met douche heeft normale proporties. In de bedstede staat een televisie.
Molenaar Thijs van Hoof voegt zich bij ons en hij vertelt over de voorwerpen die hij in de grond rond de molen heef gevonden. Hij laat ons oude spijkers en pijpekoppen zien. “Niet laten vallen, hoor”, zegt hij als hij er eentje aanrijkt.
We nemen afscheid van Thijs en Gerla. Via Meerkerk en Noordeloos fietsen we terug naar de B&B in Goudriaan. We hebben vandaag in totaal 61 kilometer afgelegd en we willen voorlopig geen fietszadel meer aanraken.
Het is wederom een enerverende dag geweest. We hebben in twee dagen de Alblasserwaard, Vijfheerenlanden en de Krimpenerwaard verkend. Het is een gebied van veenriviertjes, landwegen, polders, kruidenrijke graslanden, plasdras voor weidevogels, lintdorpen, dijken en molens. Ik hoop dat het Groene Hart groen blijft, want het zou heel jammer zijn als dit uniek gedeelte van Nederland zou verdwijnen.
Het VVV hoekje
Het Regthuys in Goudriaan is een fijne Bed & Breakfast die ik iedereen kan aanraden.
Over de Vlietmolen staat een leuk artikel uit 2019 met foto’s op de website van BN De Stem. Als je een abonnement hebt op een van de kranten van DPG Media, dan kan het lezen. Op Youtube kun je een video uit 2016 vinden die een mooi beeld van de Vlietmolen geeft.
Jolanda en ik maken vaker een meerdaagse fietstocht. Wil je daarover lezen, bekijk dan mijn blog:
- FIETSEND DOOR DE ACHTERTUIN VAN ONZE JEUGD, 28 mei 2023
- RIVIERENMEISJES IN DE BOMMELERWAARD, 15 september 2019
- RIVIERMEISJES, 25 mei 2019
- FIETSTOCHT VANUIT CULEMBORG, 13 oktober 2018
Ik zie een nieuwe hobby verschijnen! Magneetvissen 🙂
Leuk verslag van een paar zeer sportieve dagen.
Ik heb de magneet 🧲 mee naar huis 🏠 genomen. De eigenaar hoefde hem niet terug. Dus, wie weet.